4.3 Kun je aan het werk?

Vandaag
- Terugblik 4.2
- Start paragraaf 4.3
- Leer/lesdoelen
- Uitleg
- Aan de slag 4.3
-Reflectie/ Afsluiting
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag
- Terugblik 4.2
- Start paragraaf 4.3
- Leer/lesdoelen
- Uitleg
- Aan de slag 4.3
-Reflectie/ Afsluiting

Slide 1 - Slide

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de voordelen van werken als zelfstandige?
A
WIA en WW uitkering
B
Arbeidsovereenkomst, afgesproken loon, vakantiedagen
C
Meer vrijheid, bepalen eigen werk en werktijden
D
Werken via een uitzendbureau

Slide 3 - Quiz

Wat is zijn kenmerken van een VOF
A
Er zijn meerdere eigenaren in het bedrijf.
B
De eigenaren zijn in loondienst.
C
Je hebt een startkapitaal nodig om een VOF op te zetten.
D
De eigenaar is persoonlijk aansprakelijk.

Slide 4 - Quiz

4.3 Kun je aan het werk
Ik kan productie indelen in 4 productiesectoren op basis van kenmerken.
Ik kan uitleggen wat vraag en aanbod bij arbeid is.
Ik kan bij een voorbeeld herkennen of er sprake is van een ruime of krappe arbeidsmarkt.
Ik kan uitleggen wanneer ik wordt meegeteld in de werkloosheidscijfers

Slide 5 - Slide

Deze sectoren leveren diensten.
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 6 - Quiz

Deze sector verwerkt de grondstoffen van een andere sector tot eindproducten.
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 7 - Quiz

4.3 Kun je aan het werk?
Productiesectoren

Slide 8 - Slide

Deze sector is NIET gericht op winst maken.
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 9 - Quiz

De beroepsbevolking vormt...
A
De vraag naar arbeid
B
Het aanbod van arbeid

Slide 10 - Quiz

4.3 Kun je aan het werk?
Vraag en aanbod van arbeid
Op de arbeidsmarkt is sprake van vraag en aanbod van arbeid:
  • De beroepsbevolking vormt het aanbod van arbeid.
  • De werkgelegenheid vormt de  vraag naar arbeid. ( Alle banen die er zijn )

Vraag en aanbod zijn niet altijd in evenwicht!
  • Krappe arbeidsmarkt: Er zijn erg veel vacatures.
  • Ruime arbeidsmarkt: Er is veel werkloosheid.

Slide 11 - Slide

Bedrijven die werknemers zoeken, plaatsen een vacature. Dit is...
A
De vraag naar arbeid
B
Het aanbod van arbeid

Slide 12 - Quiz

Evenwicht op de arbeidsmarkt?

Slide 13 - Slide

Bevolking en beroepsbevolking

Slide 14 - Slide

Arbeidsparticipatie

Slide 15 - Slide

Geregistreerde en verborgen werkloosheid

Slide 16 - Slide

Als er veel werkloosheid is...
A
Is de vraag naar arbeid groter dan het aanbod.
B
Is de vraag naar arbeid kleiner dan het aanbod.

Slide 17 - Quiz

De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening

Slide 18 - Quiz

Aan de slag: 
Blz 114
1 t/m 12
Is dit af?
timer
25:00

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Leerdoelen behaald?
Stelling 1 "De dienstensector valt onder de primaire productiesector."

Slide 20 - Slide

Antwoord: Onwaar (De dienstensector valt onder de tertiaire sector, de primaire sector omvat bijvoorbeeld landbouw en visserij.)

Slide 21 - Slide

Stelling 2: "De vraag naar arbeid komt van werkgevers en het aanbod van arbeid van werknemers."

Slide 22 - Slide

Antwoord: Waar

Slide 23 - Slide

Stelling 3: "Je wordt meegeteld in de werkloosheidscijfers als je geen werk hebt, maar ook geen werk zoekt."

Slide 24 - Slide

Antwoord: Onwaar (Je wordt alleen meegeteld als je actief werk zoekt en beschikbaar bent voor werk.)

Slide 25 - Slide