Aan het werk! (+ aftekenen)
Wat? Je gaat opdracht 1 t/m 13 van les 30 maken.
Hoe? De eerste tien minuten werk je in stilte. Op mijn teken mag je overleggen.
Hulp? Na stiltewerktijd mag je je buren of mij vragen.
Tijd? Je hebt hier ... minuten de tijd voor.
Uitkomst? Aan het einde van de les heb je opdracht 1 t/m 13 van les 30 af.
Klaar? Als je klaar bent, ga je nakijken. Als je dat ook gedaan hebt, ga je lezen.