Nederlands P4 leesvaardigheid herhalen

P4 leesvaardigheid herhalen


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

P4 leesvaardigheid herhalen


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
herhalen doelen leesvaardigheid

Leerdoelen van deze les;

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Quiz
Hoe vindt je het onderwerp?
A
Globaal(scannend) lezen: titel, inleiding, tussenkopjes
B
Globaal (scannend) lezen: titel, inleiding, tussenkopjes en plaatjes, 1e en laatste alinea
C
Grondig lezen:de hele tekst lezen

Slide 3 - Quiz

Quiz
Hoe beantwoord je het onderwerp?
A
In een paar woorden/ een woordgroepje
B
In een hele zin.

Slide 4 - Quiz

Waar bestaat de tekstopbouw uit?

Slide 5 - Mind map

leerdoelen:
Aan het eind van de les kun je:

Het doel van scannend lezen uitleggen en toepassen;
Het doel van de tekstgeraamte benoemen;
Het doel van het tekstgeraamte toepassen;
Het doel van grondig lezen inzien en toepassen;
Een tekst scannend en grondig lezen en vragen beantwoorden over de tekst.




Slide 6 - Slide

Introductie

Slide 7 - Slide

leerdoel:Het doel van de tekstgeraamte benoemen en wat het tekstgeraamte is.
Tekstgeraamte: een handigheidje bij lezen is om het onderwerp te vinden:
titel
illustraties (afbeeldingen, foto's, tekeningen)
inleiding
bron (waar komt de tekst vandaan)
tussenkopjes
tabel
begin van de alinea
eind van de alinea


Slide 8 - Slide

leerdoel:Het doel van de tekstgeraamte benoemen en wat het tekstgeraamte is.

Slide 9 - Slide

leerdoelen:
Aan het eind van de les kan ik grondig lezen toepassen
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan ik vertellen wat een alinea is en kan ik een alinea schrijven
Wat is een goede alinea? 

Maak ook aantekeningen!

Een alinea is een stukje tekst van 2 of meer regels
waarin je een onderwerp behandeld.


We gaan nu stap voor stap toewerken naar het schrijven van een alinea.
Hierdoor leren we wat kernwoorden en kernzinnen zijn. 

Slide 11 - Slide

leerdoelen:

Slide 12 - Slide

Quiz
Wat is een kernwoord?
A
Een belangrijk woord in de zin
B
Woorden die de kern van je tekst vormen

Slide 13 - Quiz

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat een kernzin is.
Een kernzin:

Zinnen die de belangrijkste informatie uit een alinea bevatten, noem je kernzinnen. Je kunt kernzinnen zien als een samenvatting van de alinea in één zin. Een kernzin staat vaak in de eerste of laatste alinea. Deze geeft dus de belangrijkste informatie over je onderwero. 

Bedenk dus wat jouw boodschap over het deelonderwerp moet zijn: dit kan bijvoorbeeld een feit zijn of een argument. 
Het gemakkelijkste is om de alinea met deze kernzin te openen, dat geeft houvast bij het schrijven van de rest van de alinea, maar dat hoeft niet.

Slide 14 - Slide

Quiz
Waar vind je de kernzin?
A
Aan het begin van een alinea
B
Aan het eind van een alinea
C
Gewoon ergens in een een alinea
D
Staat aan het begin of eind van een alinea

Slide 15 - Quiz

Leerdoelen bespreken:
We gaan een uiteenzetting maken => een artikel schrijven.
Opbouw​ => Inleiding, kern, slot​

1. Waar bestaat de kern uit?
-
-
2. Waar staan de kernzinnen?
3. Wat is nu een alinea?







Slide 16 - Slide

1. Waar bestaat de kern uit?
2. Waar staan de kernzinnen?
3. Wat is nu een alinea?

Slide 17 - Open question

Volgende les:
In de volgende les:

Gaan we de kern zinnen leren herkennen in een zin;

Gaan we verder in op de inleiding en slot.

Verder werken aan de uiteenzetting in Classroom.

Slide 18 - Slide

Aan het werk!
Wat? Opdracht Classroom
Waar? Document schrijven 2
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 19 - Slide


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 20 - Open question


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 21 - Open question