1.5 Woorden - les 1

Welkom!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Inloggen DIA
  • Psychisch perspectief, tijdsperspectief, soorten argumenten
  • Bespreken leeservaringen tot nu toe
  • Verder lezen in Het zusje van
  • Begin maken met 1.5 Woorden

Slide 2 - Slide

DIA-toetsen
  • Basisvaardigheden
  • Donderdag 3 oktober 8e en 9e uur: 0-meting
  • Later dit jaar een tweede meting.
  • Neem oortjes mee!!





Slide 3 - Slide

DIA-toetsen
Stap 1) leerling start met Microsoft Egde als webbrowser

Stap 2) ga naar www.diatoetsen.nl
Stap 3) rechts bovenaan INLOGGEN
Stap 4) klik op inloggen bij Entree Federatie (2de blauwe balkje)
Stap 5) nu gaat de leerling door naar Magister, inloggen zoals ze altijd inloggen bij Magister
Stap 6) de leerling ziet nu zijn/haar eigen naam in beeld verschijnen, zij/hij zit in toetsomgeving                  van DIA, als dit lukt is de koppeling tussen Magister en DIA geslaagd

Als een leerling ergens een foutmelding krijgt, wil je dan een mail sturen met de naam en klas van deze leerling naar Marit Schotkamp, zij kan uitzoeken waar het vastloopt.




Slide 4 - Slide

T/m blz 96

Wat heb je gelezen?

Slide 5 - Slide

Psychisch perspectief
De gebeurtenissen in een verhaal lees je altijd vanuit het standpunt/de ogen van iemand anders. Vaak is dit de hoofdpersoon, maar niet altijd. Het standpunt van vertellen heet het psychisch perspectief.

Er zijn verschillende perspectieven van waaruit een verhaal kan worden verteld.

Slide 6 - Slide

Tijdsperspectief
Met tijdsperspectief wordt het moment bedoeld waarop het verhaal verteld wordt. Er zijn twee mogelijkheden:
-het verhaal wordt met de gebeurtenissen mee verteld;
-het verhaal wordt achteraf verteld. In dat geval kent de verteller de afloop al en kan hij dus vooruitlopen op de gebeurtenissen.

Slide 7 - Slide

Argumenten bij je mening
Als je je mening over een boek wilt uitleggen, kun je verschillende soorten argumenten gebruiken:
-realistische argumenten: het verhaal zou wel/niet werkelijk gebeurd                                                                          kunnen zijn
-emotieve argumenten:      het boek grijpt je wel/niet aan, je kunt wel/niet                                                                  meeleven met de personages
-morele argumenten:          je bent het helemaal wel/niet eens met de normen                                                         en waarden uit het boek

Slide 8 - Slide

Vragen
1) Stel dat je het op zou willen nemen voor Liv, wat zou je dan tegen haar klasgenoten kunnen zeggen?

2) Alex worstelt met enorme schuldgevoelens en verlaat het ziekenhuis zonder dat zijn ouders en zusje weten waar hij is. Wat vind je daarvan?

Slide 9 - Slide

Lezen

We lezen samen verder.

Geen huiswerk i.v.m. toets.

Slide 10 - Slide

1.3 Lezen

Vrijdag 4 oktober
Toets 1.3 Lezen
(telt 2x mee)

Zijn hier nog vragen over?

Slide 11 - Slide

1.5 Woorden

Doel:
Ik kan Griekse voor- en achtervoegsels correct gebruiken.

Slide 12 - Slide

1.5 Woorden

Woordenlijst blz 38:
Welke betekenissen ken je al?

Slide 13 - Slide

1.5 Woorden

Samen lezen tekst 2 (blz 40).
Persephone en Hades

Maken opdr. 5 + 7


Slide 14 - Slide

Doel


Ik kan Griekse voor- en achtervoegsels correct gebruiken.

Slide 15 - Slide