Opsommend verband:Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook, verder, ten slotte, en, niet alleen... (maar)
Chronologisch verband:
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort. (Ook jaartallen en data)
Vergelijkend verband:
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met