U2 periode 2 gustar

1 / 11
next
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

El objetivo de hoy es comprender el verbo gustar

Slide 2 - Slide

La clase anterior
Habla con tu compañero/a de clase sobre la clase anterior en holandés y practica con los verbos:

timer
1:00

Slide 3 - Slide

Los verbos irregulares del presente
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

gustar= leuk vinden, lekker vinden
(a mí) me gusta (n)
(a ti) te gusta (n)
(a él, usted, ella) le gusta (n)
(a nosotros/as) nos gusta (n)
(a vosotros/as) os gusta (n)
(a ellos/as/ustedes) les gusta (n)

Slide 6 - Slide

Andere werkwoorden die zo gaan
encantar = dol zijn op
interesar = geinteresseeerd zijn in
aburrir = saai vinden
molar = te gek vinden

Slide 7 - Slide

Practicar con gustar
Hacer en tu reader ejercicio 12 y 13

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Evaluación
1. Ik kan nu de onregelmatige werkwoorden uit mijn hoofd vervoegen in het Spaans.
2. Ik weet nu wat gustar betekent.
3. Ik begrijp nu hoe je gustar moet vervoegen.

Slide 10 - Slide

La preparación para el lunes
Leer de onregelmatige werkwoorden uit deze les met hun Nederlandse betekenissen en vervoegingen
(ser, tener, poder, saber, decir, querer, ir, hacer) en gustar

Slide 11 - Slide