M2 H4 Woordenschat: vaste voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H4 Woordenschat

Vaste voorzetsels

DOELEN

- Ik weet wat voorzetsels zijn.

- Ik kan vaste voorzetsels herkennen.

- Ik kan de juiste voorzetsels bij werkwoorden noemen.

 Vaste voorzetsels

Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel. 

Dit voorzetsel kan ervoor zorgen dat een werkwoord een andere betekenis krijgt. 

Voorbeeld:

Onze buurman houdt al jaren kippen.

Ik houd van kip met frietjes.

Nog een paar voorbeelden:

In november bestaat hun school honderd jaar.

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken.

Hij lacht de jongen uit.

Hij lacht om het grapje.

Lees de tekst.

Welk voorzetsel hoort bij 'horen'? Haal je antwoord uit de tekst.

Welk voorzetsel hoort bij 'kijken'? Haal je antwoord uit de tekst.

Welk voorzetsel hoort bij 'omgaan'? Haal je antwoord uit de tekst.

Welk voorzetsel hoort bij 'kiezen'? Haal je antwoord uit de tekst.

Wat betekent 'subtieler'? Haal je antwoord uit de tekst.

1. kleiner
2. minder opvallend
3. uitgekiender

Wat betekent: 'het spreekt boekdelen'? Haal je antwoord uit de tekst.

Wat wordt er bedoeld met 'bloedband'? Haal je antwoord uit de tekst.

Noteer een synoniem voor 'markant'.

SNELLE OEFENINGEN

Vul het juiste voorzetsel in.

Ik ben benieuwd ... de cijfers.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij is verantwoordelijk ... de organisatie.

Vul het juiste voorzetsel in.

Zij verwachtte veel ... het feest.

Vul het juiste voorzetsel in.
Ik moest hem herinneren ... de afspraak.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij wilde niet ingaan ... mijn voorstel.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij ging helemaal op ... het spelletje.

Vul de juiste voorzetsels in.
Hij speelde de eerste wedstrijd ... aanwezigheid ... zijn hele familie.

Vul de juiste voorzetsels in.
Hij was erg ... de indruk ... de goede sfeer in het team.

Vul de juiste voorzetsels in.
Je doet dat meestal ... combinatie ... een ander vak.

GELEERD?

VASTE VOORZETSELS

- Je weet wat voorzetsels zijn.

- Je kunt vaste voorzetsels herkennen.

- Je kunt de juiste voorzetsels bij werkwoorden noemen.

Wat wist je al?

Wat snap je nog niet zo goed? Noteer dit hieronder.

KLAAR!

Ga nu door met de volgende opdrachten op je planner.