Spaans Ede Olp 2 les 7 online

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Semana 4.1       Hoy es lunes

repaso zinnen

socrative: maken werkwoorden -er/-ir/ -ar

We beginnen met ...

de zinnen die je moet kennen

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

los niños....

1. pequeño
2. pequeños
3. tranquila
4. pequeñas

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

La chica .....

1. feo
2. bonitas
3. bonita
4. fea

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

La chica .....

1. feo
2. bonitas
3. bonitos
4. fea

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

Los chicos.....

1. tranquilas
2. tranquilos
3. bonitas
4. feas

¿Qué significa?

el oeste

1. oosten
2. westen
3. noorden
4. zuiden

¿Qué significa?

el este

1. oosten
2. westen
3. noorden
4. zuiden

¿Qué significa?

feo

1. lelijk
2. dik
3. mooi
4. dun

¿Qué significa?

grande

1. klein
2. groot
3. mooi
4. lelijk

¿Qué significa?

pequeño

1. klein
2. groot
3. mooi
4. lelijk

grande

antiguo

tranquilo

pequeño

Groot

oud

Klein

Rustig

Hoe zeg je in het Spaans

Ik woon in Ede

1. Vivo en Ede
2. Vives en Ede
3. Viva Ede
4. Vive en Ede

Hoe zeg je in het Spaans

Het is een mooie stad

1. Está una ciudad bonito
2. Es una ciudad bonita
3. Es un pueblo bonito
4. Es un pueblo bonita

Hoe zeg je in het Spaans

Ede heeft geen universiteit

1. Ede no tienes universidad
2. Ede no tengo universidad
3. Ede no tiene universidad
4. Ede no es universidad

Hoe zeg je in het Spaans

Er is geen zwembad

1. no tienes piscina
2. no hay no piscina
3. no tengo no piscina
4. no hay piscina

Hoe zeg je in het Spaans

Wij wonen in een rustige straat

1. Vivís en una calle bonita
2. Vivimos en una calle tranquila
3. Vivís en una calle tranquila
4. Vivimos en una calle bonita

Verbos -AR-ER -IR

maken socrative

roomnumber Peters6111

huiswerk 

Tarea final 2.12 p 41 uitwerken op papier = secretarieel

Tarea final 2.12 p. 41 carroussel presentaties.