What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HVDR het houden van productiedieren
Productie dieren houden
les 2 productiedieren
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Productie dieren houden
les 2 productiedieren
Slide 1 - Slide
Terug blik-
vorige les!
Slide 2 - Slide
Welke van de onderstaande beweringen is juist?
A
Een diersoort kun je onderverdelen in meerdere rassen
B
Een ras kun je onderverdelen in meerdere diersoorten
C
Beide antwoorden zijn waar
D
Beide antwoorden zijn niet waar
Slide 3 - Quiz
Een koe die afkalft krijgt vaak ……. jong(en)
A
2
B
1
C
4
D
3
Slide 4 - Quiz
Wat is biest?
A
De melk die de koe de eerste twee weken geeft
B
De eerste moedermelk die een kalf drinkt
C
De melk die de koe de eerste week geeft
D
De melk die de koe de eerste 3 dagen geeft
Slide 5 - Quiz
Welke woorden staan in de juiste volgorde, waarbij speenleeftijd het laatste woord is?
A
bronstig – dekken – drachtig – geboorte – speenleeftijd
B
dekken – bronstig – geboorte – drachtig – speenleeftijd
C
drachtig – dekken – bronstig – geboorte – speenleeftijd
D
geboorte – dekken – drachtig – bronstig - speenleeftijd
Slide 6 - Quiz
De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.
Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen
Slide 7 - Quiz
Sleep de kiezen en tanden naar de juiste voereter.
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Ze hebben
knipkiezen
en
hoektanden.
Ze hebben
knobbelkiezen
.
Ze hebben
snijtanden
en
plooikiezen
.
Slide 8 - Drag question
Zaadeter
zaden moeilijk verteerbaar
spiermaag
steentjes
cloaca
= gecombineerde darm- en urine-uitgang
ook ei gaat door cloaca
Slide 9 - Slide
Op welke plek in het maag-darmstelsel van de kip worden zaden fijngemalen?
A
darmen
B
kliermaag
C
spiermaag
D
krop
Slide 10 - Quiz
soorten voer
ruwvoer
voer met veel structuur
krachtvoer
weinig structuur, geeft veel energie
onderhoudsvoer
voldoende om in leven en gezond te houden
productievoer
voor een dier dat bv eieren of melk produceert
Slide 11 - Slide
Verzorging
dagelijkse verzorging
bv: voeren,
melken, schoonhouden voergang
periodieke verzorging
bv: bekappen van klauwen, ontwormen, inenten
Slide 12 - Slide
Hygiëne
Zoönose
: besmetting van een infectieziekte van dier op mens.
Ziektekiemen
: bacteriën, virussen, parasieten of schimmel
Ontsme
t: doden van ziektekiemen met ontsmettingsmiddel
Slide 13 - Slide
Wat is een zoönose?
A
Besmetting van het dier
B
Besmetting van de mens
C
Dodelijke ziektekiemen
D
Besmetting van dier op mens
Slide 14 - Quiz
Waarom wordt een nieuw dier in een quarantaineverblijf geplaatst?
A
Om te kijken of het dier eventuele ziektes bij zich draagt
B
Om het dier te laten wennen aan zijn nieuwe omgeving
C
Om te kijken of het dier wel voldoende eet
D
Om te kijken of het dier tam is
Slide 15 - Quiz
Welzijn
verrijking
: leefomgeving zo dat het dier natuurlijk gedrag kan vertonen.
Vijf vrijheden
vrij van honger en dorst
vrij van ongemak
vrij van pijn, verwonding en ziekte
vrij van angst en stress
vrij om normaal gedrag te vertonen
Slide 16 - Slide
Waarvoor dient hokverrijking bij varkens?
A
de productie van varkens wordt zo goedkoper.
B
de varkens hebben zo altijd iets te onderzoeken.
C
om ervoor te zorgen dat varkens genoeg eten
D
om ervoor te zorgen dat varkens niet ziek worden
Slide 17 - Quiz
Wat zijn kenmerken van een gezond dier?
A
Verkleurde huid
B
Roze slijmvliezen
C
Rode slijmvliezen
D
witte slijmvliezen
Slide 18 - Quiz
Sleep de waarneming naar
gezond
of
ziek
.
gezond
ziek
een dier met bleke slijmvliezen
een dier met dromerig gedrag
een dier met een glanzende vacht
een dier met stevige ontlasting
een dier met vochtige ogen
Slide 19 - Drag question
Identificatie en registratie
registratie verplicht bij productiedieren
oormerk
chip
digitale lijst
strenge controle door Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Slide 20 - Slide
Hoe groter een melkveebedrijf, hoe minder mensen er werken. Waarom is dat?
A
Grote melkveebedrijven hebben geen geld voor personeel.
B
Grote melkveebedrijven kunnen geen mensen vinden om daar te werken.
C
Grote melkveebedrijven hebben veel werk geautomatiseerd mbv robots.
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Groene productie H3: Les 5 t/m7
September 2022
- Lesson with
19 slides
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Groene productie H3: 3.3, 3,4, 3.5
September 2024
- Lesson with
31 slides
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Groene productie H3: Les 1 t/m4
September 2022
- Lesson with
42 slides
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Les 2 voortplanting
September 2023
- Lesson with
54 slides
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
3.4 voedsel
November 2021
- Lesson with
14 slides
Groene productie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
H3 les 6 - Gezond en ziek
June 2023
- Lesson with
21 slides
Groene productie - productiedier
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
H3 les 5 Verzorging & les 6 Gezond en ziek
June 2023
- Lesson with
26 slides
Groene productie - productiedier
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
H3 les 5 Verzorging & les 6 Gezond en ziek
September 2022
- Lesson with
25 slides
Groene productie - productiedier
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3