Zintuigen - het olfactorisch vermogen

Zintuigen

De kracht van geur:
het olfactorisch vermogen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Zintuigen

De kracht van geur:
het olfactorisch vermogen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Soorten zintuigen
1. chemische zintuigen:
  • reuk (olfactorisch)
  • smaak
  • zicht
2. mechanische zintuigen:
  • tast
  • gehoor
  • elektrisch
  • magnetisch
 

Slide 12 - Slide

Olfactorisch
  1. geurmoleculen
  2. zenuwuiteinden (300-400 geurreceptoren)
  3. reukkolf of bulbus olfactorius
  4. reukschors of cortex olfactorius

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat ruiken we?
  • ca 1/2 van de receptoren is bij iedereen dezelfde, de rest niet
voorbeeld: androsteron (= stofwisselingsproduct testosteron)
  • soms zelfs beter dan honden
  • super goed in onderscheid tussen geuren

Slide 16 - Slide

Wat ruiken we?
  • ca 1/2 van de receptoren is bij iedereen dezelfde, de rest niet
voorbeeld: androsteron (= stofwisselingsproduct testosteron)
  • soms zelfs beter dan honden
  • super goed in onderscheid tussen geuren
experiment: chocoladegeur in gras
experiment: T-shirt van partner herkennen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat met geurverlies?
  • anosmie
  • hyposmie
  • kakosmie

Slide 20 - Slide

Wat met geurverlies?
  • anosmie
  • hyposmie
  • kakosmie
  • oorzaken:
- infectieziekten (griep, corona bv)
- klap op je hoofd
- neurale degeneratie (alzheimer bv)

Slide 21 - Slide

Wat wil het woord "Umwelt" zeggen volgens Ed Yong?

Slide 22 - Open question

Welke 3 onderdelen bevat de Umwelt van een teek?

Slide 23 - Open question

Chemisch zintuig
Mechanisch zintuig
zicht
elektrisch
gehoor
reuk
magnetisch
smaak

Slide 24 - Drag question

reukkolf
reukschors
bulbus olfactorius
cortex olfactorius
reukcellen

Slide 25 - Drag question

Hoe weten we vanwaar een geur komt?

Slide 26 - Open question

Hoeveel verschillende geurreceptoren hebben we?
A
minder dan 500
B
1000 - tal
C
20 000 - tal
D
1 000 000 000 000 - tal

Slide 27 - Quiz

Hoe heet het volledig kwijt zijn van je olfactorisch vermogen?
A
kakosmie
B
anosmie
C
hyposmie
D
anemie

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hoe ruiken honden?
  • aparte luchtstroom om te ruiken
  • ook ruiken tijdens uitademen
  • reukepitheel: labyrint van dunne benige platen
  • 250 miljoen receptoren
  • ca 800 verschillende receptoren
  • vomeronasaal orgaan (cf. later) 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Geuren & olifanten
  • ca 2000 geurreceptorgenen
  • leren makkelijk onbekende geuren te detecteren (TNT bv)
  • ruiken landmijnen (Angola)
  • ruiken naderende regen
  • chemische herinneringen  - migratietochten

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

Feromonen
= stoffen die gebruikt worden binnen eenzelfde soort om een effect teweeg te brengen.
  • lichtgewicht feromonen (prooi / alarm)
  • middelzware feromonen (voedsel)
  • zwaarste feromonen (identiteitsplaatjes)

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

De Umwelt van honden is vooral gebaseerd op geuren.

Geef 3 verschillen met het olfactorisch vermogen van de mens, zodat honden beter dan wij kunnen ruiken.

Slide 46 - Open question

Wat is het nut van een gespleten neus bij honden?
A
Ze laten zo ook het vomeronasaal orgaan werken.
B
Ze krijgen op die manier 2 stromen van lucht binnen (1 voor geur, 1 voor ademen).
C
Ze kunnen zo ook ruiken bij het uitademen.

Slide 47 - Quiz

kalkoengier
albatros
ratelslang
doodskop vlinder
geurgeleide drones
dimethyl-sulfide
geur van dood
ethaanthiol
orgaan van Jacobsen
gaslek
antennes
desintegrins
geur van de zee
grote reukkolf

Slide 48 - Drag question

Geef 2 voorbeelden die aantonen dat olifanten fantastisch kunnen ruiken.

Slide 49 - Open question

Hoe noemt de eigenschap in de biologie, dat de bolaspin doet om motten naar zich toe te trekken?

Slide 50 - Open question

Ook het gentiaanblauwtje doet aan mimicry.
Hoe noemt men de strategie die deze vlinder toepast op mieren?

Slide 51 - Open question

Leg uit: walvissen zijn klimaatkoelers.

Slide 52 - Open question