1. Geurstoffen komen binnen via de neusgaten in de neusholte
2. De neusholte is bekleed met een slijmvlies: reukslijmvlies of reukepitheel
3. Het reukslijmvlies bestaat uit reukcellen of receptorcellen
4. De geurstoffen lossen op in de slijmlaag.
5. De receptorcellen worden geprikkeld en er ontstaat een zenuwimpuls.
6. De zenuwimpuls gaat via de zenuwvezels naar het reukcentra.
7. Er wordt betekenis gegeven aan de geur in de hersenen.