G3A vr 17 sept

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Huiswerk voor vandaag

• L. wo les 23
  
• L. aant. 4.4, p.130 -leer de nevenschikkende voegwoorden (et, - que, neque etc.)
• M. mandatum X a (dus niet b)

Wat gaan we vandaag doen?

• wo les 23
  
• nakijken mandatum X a (dus niet b)
  
• 4.4: vervolg - de bijzin
• Lezen inleiding les 23 + maken opdracht 19 & 20 (HB2 p.45)
• Vertalen

Mandatum X

1a. et

2a. neque ... neque

3a. sed / at

4a. Quidem … sed

5a. nam

6a. Neque

7a. at / sed

8a. enim

9a. –que

10a. aut

PS: nam staat altijd vooraan in de zin, enim nooit.

Vraag 19 a & b

Vraag 20 a & b

Aant. 4.4: HB p.131

Hoofdzin

Positie t.o.v. andere hoofdzin: voor of na

Bijzin

Positie t.o.v. hoofdzin: voor / in / na hoofdzin

Opdracht 23

Maak de opdracht m.b.v. Aant. 4.4 (bijzinnen)

Je hebt 10 minuten.

Eerder klaar?

• Maak opdracht 21
• Vertaal tekst 22 t/m r.12

Opdracht 21 (HB2 p.45)

• De tekst wordt voorgelezen / lees de tekst
• Het is een gesprek tussen drie personen: Successus, Severus en Iris
• Kies bij citaten '...' telkens de juiste spreker

r.5-8 'Ave...pretio'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

r.9-12: 'Mea...scis'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

r.15-20: 'Severe...praebeo'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

r.21-22: 'Nonne ... amat'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

r.23-26: 'Uah t/m es'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

r.26-29: 'Miser...amat'

1. Successus
2. Severus
3. Iris

Huiswerk di 21 sept.

• Leer de voegwoorden (onderschikkend en nevenschikkend)  bij aant. 4.4.
• Maak opdracht 21
  
• Vertaal tekst 22 t/m r.12