Je kunt een dihybride kruising met niet-gekoppelde genen met behulp van een kruisingsschema uitwerken.
Slide 2 - Slide
Dihybride kruisingen
- Kruising waarbij wordt gelet op de overerving van twee eigenschappen
- Onafhankelijk overerving (chromosomen liggen op verschillende chromosomenparen)
-Gekoppelde overerving (Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Slide 3 - Slide
Gekoppelde overerving
Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving
Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen
Slide 4 - Slide
Vachtkleur: Zwart (A) Rood (a)
Vachttekening:
Effen (B) Bont (b)
Dihybride kruising
Stier: Roodbont
Koe: Homozygoot zwart Homozygoot effen
Genotype?
Slide 5 - Slide
Vachtkleur: Zwart (A) Rood (a)
Vachttekening:
Effen (B) Bont (b)
Dihybride kruising
Stier: Roodbont
Koe: Homozygoot zwart Homozygoot effen
AABB x aabb
Slide 6 - Slide
Vachtkleur: Zwart (A) Rood (a)
Vachttekening:
Effen (B) Bont (b)
Dihybride kruising
Stier: Roodbont
Koe: Homozygoot zwart Homozygoot effen
AABB x aabb
Gameten?
Slide 7 - Slide
Vachtkleur: Zwart (A) Rood (a)
Vachttekening:
Effen (B) Bont (b)
Dihybride kruising
Stier: Roodbont
Koe: Homozygoot zwart Homozygoot effen
AABB x aabb
AB (eicel), ab (zaadcel)
Slide 8 - Slide
Vachtkleur: Zwart (A) Rood (a)
Vachttekening:
Effen (B) Bont (b)
Dihybride kruising
Stier: Roodbont
Koe: Homozygoot zwart Homozygoot effen
AABB x aabb
AaBb (F1)
Slide 9 - Slide
Samenvatting:
Vachtkleur en vachttekening bij runderen erven onafhankelijk over.
- Geslachtscelmoedercellen ondergaan meiose, hierbij ontstaan HAPLOIDE cellen - Gen A en gen B erven onafhankelijk over
- Er is dus 1 allel van beide genen aanwezig in elke geslachtcel.
- Alle mogelijke chromosoomcombinaties moeten gemaakt worden.
Slide 10 - Slide
Laten we een rund met genotype AaBb nader bestuderen.
Welke genencombinaties bevinden zich in de zaadcellen na de meiose?
Slide 11 - Slide
fenotypeverhouding: 9 : 3 : 3 : 1
Slide 12 - Slide
fenotypeverhouding: 9 : 3 : 3 : 1
Wanneer is een dihybride kruisingstabel handig? - creeren van overzicht
- inventariseren van alle mogelijkheden.
- bepalen van een fenotype verhouding
Wanneer is het niet handig?
- kansberekening voor 1 bepaald genotype/fenotype?
Slide 13 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren x korte, ingesneden bladeren
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Slide 14 - Slide
Uitwerkingsstrategie
1. Bepaal genotypen van P. generatie
2. Bepaal genotypen van F1. generatie
3. Bepaal kans in F2. voor de twee eigenschappen LOS van elkaar.
4. Vermenigvuldig deze losse kansen met elkaar.
Slide 15 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren x korte, ingesneden bladeren
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang
Kort
Ingesneden
Gave
Slide 16 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren x korte, ingesneden bladeren
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang (A)
Kort (a)
Ingesneden (B) Gave (b)
Slide 17 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren (AAbb) x korte, ingesneden bladeren (aaBB)
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb)
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren?
Lang (A)
Kort (a)
Ingesneden (B) Gave (b)
Slide 18 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren (AAbb) x korte, ingesneden bladeren (aaBB)
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb x AaBb)
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren? Kans op lang? Aa x Aa --> 3/4
Kans op gave bladeren? Bb x Bb --> 1/4
Lang (A)
Kort (a)
Ingesneden (B) Gave (b)
Slide 19 - Slide
Kan het dan ook anders? Jazeker!
Als je de kans wil berekenen voor één genotype, kan het ook als volgt:
Bij tomatenplanten komen genen voor voor bladlengte en bladrand. Beide genen liggen op verschillende chromosomen(paren), dus ze erven onafhankelijk over. We voeren de volgende kruisingen uit.
P. lange, gave bladeren (AAbb) x korte, ingesneden bladeren (aaBB)
F1. 100% lang, ingesneden bladeren
F1 wordt onderling doorgerkruist (AaBb x AaBb)
Welk deel van de F2 heeft lange, gave bladeren? Kans op lang? Aa x Aa --> 3/4
Kans op gave bladeren? Bb x Bb --> 1/4
3/4 x 1/4 = 3/16
Lang (A)
Kort (a)
Ingesneden (B) Gave (b)
Slide 20 - Slide
Gekoppelde overerving
Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving
Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen
Slide 21 - Slide
Welke Fenotypen verwacht je in de F1,
en in welke verhouding?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Leerdoel
Je kunt een dihybride kruising met niet-gekoppelde genen met behulp van een kruisingsschema uitwerken.