Thema 3 Genetica B5 Dihybride kruisingen

Thema 3 Genetica

B5
Dihybride kruisingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 3 Genetica

B5
Dihybride kruisingen

Slide 1 - Slide

Leerdoel: ik kan van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen (A en a)
A
Dat lukt
B
Dat lukt gedeeltelijk
C
Dat lukt niet
D
Geen idee waar dit leerdoel over gaat

Slide 2 - Quiz

Leerdoel: ik kan een kruisingsschema opstellen voor X-chromosomale overerving (XA, Xa, Y)
A
Dat lukt
B
Dat lukt gedeeltelijk
C
Dat lukt niet
D
Geen idee waar dit leerdoel over gaat

Slide 3 - Quiz

Wat heb je van mij nodig om de stof beter te gaan beheersen
A
Meer uitleg
B
Meer opdrachten om te oefenen
C
Niets, ik moet er meer mee gaan oefenen
D
Niets, ik kan met de uitleg in de studiewijzer aan de slag

Slide 4 - Quiz

Leerdoel B5

3.5.1 Je kunt een kruisingsschema opstellen voor een dihybride kruising met onafhankelijke overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema, of uit een stamboom van een dihybride kruising met onafhankelijke overerving.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Dihybride kruising
Onafhankelijke overerving

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Maak opdracht 45

Slide 9 - Slide

Hoe kun je de kans berekenen?

Door de kansen per eigenschap te bepalen en met elkaar te vermenigvuldigen, los je een erfelijkheidsvraagstuk sneller op.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld tomatenplant (BVJ Max V4, blz. 224)
Een tomatenplant met lange, gave bladeren wordt gekruist met een tomatenplant met korte, ingesneden bladeren. De genen voor bladlengte en bladvorm liggen in verschillende chromosomenparen. De vele nakomelingen in de F1 hebben allemaal lange, ingesneden bladeren. De F1 wordt door onderlinge bestuiving verder gekweekt. 

Welk deel van de nakomelingen in de F2 zal naar verwachting lange, gave bladeren hebben?

Slide 11 - Slide

Oplossing...
Uit het fenotype van de F1-nakomelingen blijkt dat de allelen voor lange bladeren en voor ingesneden bladeren dominant zijn. De genotypen van de ouders zijn AAbb en aaBB. Het genotype van alle nakomelingen in de F1 is AaBb. Onderlinge bestuiving van de F1 wordt weergegeven door AaBb × AaBb.
  
Om te kunnen bepalen welk deel van de nakomelingen in de F2 lange, gave bladeren zal hebben, kijk je eerst naar de eigenschap bladlengte (Aa × Aa). De kruising van deze allelen levert in de F2 een verhouding in de fenotypen op van 3 : 1. Het dominante allel voor lange bladeren komt in ¾ van de F2 tot uiting.
Daarna kijk je naar de eigenschap bladvorm (Bb × Bb). Ook hier is de te verwachten verhouding van fenotypen in de F2 3 : 1. Het recessieve allel voor gave bladeren komt in ¼ van de F2 tot uiting. 

Lange, gave bladeren tref je in de F2 aan bij ¾ × ¼ = 3/16 (of 18,75%) van de nakomelingen.

Slide 12 - Slide

Genotypen van ouders bepalen (BVJ Max V4, blz. 226)
Uit de verhouding van de fenotypen van de nakomelingen kun je de genotypen van ouders bepalen

Slide 13 - Slide

Maak opdracht 46 t/m 51

Neem daarna de context 'X-inactivatie ongedaan maken' door en maak opdracht 62 t/m 65

Klaar? Oefen de flitskaarten en maak Test Jezelf


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Nog een extra uitlegvideo nodig?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Extra oefeningen
- over dihybride kruisingen
- over polygene overerving...

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link