This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Logistiek (module 5)
- 2 uur in de week
- Boek: FD B1
- H 3 t/m 5
- Afsluitende toets 23 juni
- Opdrachten
Logistiek = Het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van goederenstromen.
B1-K1- W2 Verwerkt gegevens met informatiesystemen
(H3 & H4)
B1- K1- W3 Voert logistieke werkzaamheden uit
(H5)
H3 Verwerken van ontvangst -en opslaggegevens
Economische voorraad uitrekenen:
Technische (fysieke) voorraad = 300 flessen
+ lopende inkooporders (bestelde) = 80 flessen
- lopende verkooporders (gereserveerde) = 120 flessen
Economische voorraad = 260 flessen (voorraad waar je prijsrisico over loopt)
Die hoeveelheid waarbij per
periode de som van de bestelkosten en de
voorraadkosten minimaal is.
OS = Inkoopwaarde omzet € = …….keer (per jaar)
Gemiddelde voorraad €
IWO = Inkoopprijs van de verkochte producten
Gemiddelde voorraad = waarde van de gemiddelde voorraad
IWO = € 360.000,- per jaar
Gemiddelde voorraad = € 24.000,-
OS = 360.000 = 15 keer per jaar
24.000
IWO = € 300.000,- per jaar
Gemiddelde voorraad = € 30.000,-
IWO = € 300.000,- per jaar
Gemiddelde voorraad = € 30.000,-
OS = 300.000 = 10 keer per jaar
30.000
Gemiddelde voorraad (€) kan op twee manieren worden berekend.
1 = 2 meetmomenten
2 = meer dan 2 meetmomenten
Bijvoorbeeld 1 jan. & 31 dec.
Voorraad op 1 januari = € 22.000,-
Voorraad op 31 december = € 26.000,-
Gem. voorraad = 22.000 + 26.000 = € 24.000,-
2
Voorraad op 1 januari = € 20.000,-
Voorraad op 1 juli = € 26.000,-
Voorraad op 31 december = € 24.000,-
Gemiddelde Voorraad =
½ x 20.000 + 1 x 26.000 + ½ x 24.000 = € 24.000,-
½ + 1 + ½
Boek: FD B1
Hoofdstuk: 4
Opdracht: 4.15 t/m 4.18
Boek: FD B1
Hoofdstuk: 5
Opdracht: 5.01 t/m 5.07