1. kosten beperken -> winst
2. voorraad aantallen optimaal -> niet te weinig of te veel.
3. bepalen hoe snel Vgemiddeld wordt verkocht
-> omzetsnelheid
4. bepalen hoe lang artikel op voorraad -> omzetduur
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
OS = Inkoopwaarde omzet € = …….keer (per jaar)
Gemiddelde voorraad €
IWO = Inkoopprijs van de verkochte producten
Gemiddelde voorraad = waarde van de gemiddelde voorraad
IWO = € 360.000,- per jaar
Gemiddelde voorraad = € 24.000,-
OS = 360.000 = 15 keer per jaar
24.000
IWO = € 300.000,- per jaar
Gemiddelde voorraad = € 30.000,-
OS = 300.000 = 10 keer per jaar
30.000