English Lesson Brugklas 28-11-2022

Present Simple vs. Present Continuos
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Present Simple vs. Present Continuos

Slide 1 - Slide

What do we remember from the Present Simple?

Slide 2 - Open question

Present Continuous
Acties die op het moment dat je erover praat/schrijft bezig zijn.
am/are/is + werkwoord + -ing

Voorbeelden:
She is talking to him.
I am walking to school

Slide 3 - Slide

Present Continuous
Bij vraagzinnen:
Am/are/is + onderwerp + werkwoord

Voorbeelden:
Are they visiting the Guggenheim today?
Is he taking the bus to school?

Slide 4 - Slide

Present Continous
Bij tijdsbepaling die verwijst naar het heden:
At the moment, now, right now, today.

Voorbeeld:
Where is Bailey? - She is sleeping at the moment.

Slide 5 - Slide

Rules for the Present Continuous

1. hele werkwoord + -ing:
walk > walking
2. woorden die eindigen op -e:
live> living
3. woorden die eindigen op -ie:
lie> lying

Slide 6 - Slide

Rules for the Present Continuous
4. woorden met één -l:
travel> travelling
5. korte woorden met 1 medeklinker + 1 klinker:
swim> swimming
6. woorden met 1 medeklinker + 1 klinker met klemtoon op laatste lettergreep:
visit> visiting (eerste lettergreep)
 begin> beginning (laatste lettergreep)

Slide 7 - Slide

Which rule applies for the Present Continuous?
A
B
am + verb
C
D
am/is + verb + -ing

Slide 8 - Quiz

Exercise

Slide 9 - Slide

Present Simple

Slide 10 - Mind map

Present Continuous

Slide 11 - Mind map

What did you think of today's lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll