This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Good to see you all again!
Slide 1 - Slide
Schrijvend Leren (p. 132)
What? Copy the words from the Vocab list in your notebook or make flashcards
How? Individually, in silence
Time? 10 minutes
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Today's Programme
Schrijvend Leren
Exc 5
Present Continuous
Exc. 6
Next lesson
Slide 3 - Slide
Learning goals
At the end of today's class you can use the present continuous in a positive and negative sentence and in a question.
Slide 4 - Slide
Exc. 5
What? Read the sentences. When do the actions take place. Tick the correct box.
How? Individually or in pairs
Time? 3 minutes
Note? If you have any questions, please ask!
Done? Study Vocab or start on your homework.
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Present Continuous
Als je wilt zeggen dat iets bezig is op het moment dat je erover praat of schrijft.
am, are of is + werkwoord + -ing
am working, are walking, is reading
Slide 6 - Slide
Present Continuous: vragen
Bij vragen komt am, is, of are voor het onderwerp te staan.
Lijkt op het Nederlans:
Hij is aan het werken. - Is hij aan het werken?
He is working. - Is he working?
Slide 7 - Slide
Present Continuous: negatief
In ontkenningen voeg je nog (of de verkorte vorm n't) toe aan am, is of are.
He is walking on the pavement.
He is not walking on the pavement.
He isn't walking on the pavement.
Slide 8 - Slide
She __________ (to work) at home today.
Slide 9 - Open question
They _________ (to have) lunch at the moment.
Slide 10 - Open question
I _________ (to call) him right now.
Slide 11 - Open question
Spelling rules P.C.
Basis regel: hele werkwoord + -ing
woorden die eindigen op -e: live --> living
woorden die eindigen op -ie: lie --> lying
verdubbel de laatste letter bij woorden die eindigen op een -l: travel --> travelling
verdubbel de laatste letter bij korte woorden die eindigen op één klinker + medeklinker: swim --> swimming
Slide 12 - Slide
Spelling rules P.C.
Verdubbel de laatste letter bij woorden die eindigen op één klinker + medeklinker, maar alleen als de klemtoon op de laatste lettergreep valt. Vergelijk:
visit --> visiting (klemtoon valt op de 1e lettergreep)
begin --> beginning (klemtoon valt op de laatste lettergreep)
Slide 13 - Slide
Exc. 6
What? Fill in the gaps using the verb in brackets. Follow the clues. + = bevestigende zin, - = ontkennende zin, ? = vraagzin.