This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Terugblik
Slide 1 - Slide
Sleep de 6 situaties (A t/m F) naar de juiste soort werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Asperge-steker in december
Lerarentekort stijgt, ondanks hoge werkloosheid
Slide 2 - Drag question
Combineer de soorten inkomens met het voorbeeld
Uitkering
Winst
Loon
Ontvang je als je werkt voor een baas
Inkomen uit een eigen bedrijf
Inkomen als je werkloos bent
Slide 3 - Drag question
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid
Slide 4 - Drag question
frictiewerkloosheid
conjuncturele werkloosheid
structurele werkloosheid
verborgen werkloosheid
Werkloosheid doordat er een bepaald soort werk verdwijnt.
Er zijn mensen die op zich wel willen werken, maar ze staan niet ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf
Er is wel werk, maar je kunt niet meteen aan de slag.
Werkloosheid veroorzaakt door een daling van de vraag naar goederen en diensten
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Collectieve goederen
Particuliere goederen
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
A
Particuliere/private sector
B
Collectieve/publieke sector
C
Mengvorm
Slide 10 - Quiz
Werken bij defensie
A
Particuliere/private sector
B
Collectieve/publieke sector
C
Mengvorm
Slide 11 - Quiz
Een ander begrip voor de collectieve sector is
A
Particuliere sector
B
Publieke sector
C
Marktsector
Slide 12 - Quiz
in welke sector zitten de (meeste) leraren?
A
de publieke sector
B
de collectieve sector
C
geen bepaalde sector
D
de particuliere sector
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat is een voordeel van privatiseren
A
Er moet winst gemaakt worden dus het kan duurder worden
B
Het aanbod kan afnemen.
C
Niet meer voor iedereen beschikbaar.
D
Het kan goedkoper worden. De kwaliteit kan beter worden. De overheid bespaart geld
Slide 16 - Quiz
Door privatisering wordt de .... steeds kleiner.
timer
0:30
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
Slide 17 - Quiz
Wat is het gevaar van privatiseren?
A
Concurrentie, waardoor de kosten dalen en het product goedkoper / beter wordt.
B
het overheidstoezicht vermindert (met alle gevolgen van dien), geprivatiseerde ondernemingen ontslaan vaak op grote schaal werknemers en voor de producten kan een veel hogere prijs worden berekend.
Slide 18 - Quiz
privatisering
A
een gebied beschermen door plaatsing van een hek
B
afstoten van overheidstaken naar de particuliere sector
C
als een ontwikkeling goed verloopt
D
afstoten van particuliere sector naar overheid.
Slide 19 - Quiz
Wat gebeurt er als de subsidie voor bibliotheken omlaag gaat? Zet in de juiste volgorde.