This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Herhaling
ABO-bloedgroepen bepalen met Speeksel
Transfusie
Zelfstandig aan de slag
Slide 1 - Slide
Anti-gen & Anti-lichaam (anti-stof)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is een anti-gen
A
Een eiwit gemaakt door witte bloedcellen
B
Een eiwit-complex aan de buitenkant van het celmembraan
Slide 4 - Quiz
Wat is een anti-licaam (ook wel een anti-stof genoemd)?
A
Een eiwit gemaakt door witte bloedcellen
B
Een eiwit-complex aan de buitenkant van het celmembraan
Slide 5 - Quiz
Welk anti-gen en anti-stof hoort bij de bloedgroep?
Sleep de antwoorden naar de juiste plaats
Bloedgroep
A
B
AB
0
Anti-gen
Anti-stof
Anti-gen A
Anti-gen B
Anti-B
Anti-A
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
ABO-Bloedgroepen met Speeksel
LE6-B-02
Slide 8 - Slide
Wat zit er in je speeksel als je secretor bent waarmee je de bloedgroep kunt bepalen?
A
Anti-lichaam
B
Anti-stof
C
Anti-gen
Slide 9 - Quiz
Bloedgroep 0 heeft geen antigen, Maar!
Wel een antigen stokje (antigen H)
Slide 10 - Slide
Antigen H
Voor AB0 Bloedgroep is de basis het antigeen H. Deze persoon heeft bloedgroep 0
Een enzym zorgt ervoor dat er iets op het antigeen H wordt geplakt bloedgroep A of B.
Worden beide op de H antigenen geplakt, dan heeft de persoon bloedgroep AB
Slide 11 - Slide
2-3ml Speeksel centrifugeren & koken
Speeksel Verdunnen,
elke keer de helft minder
buis 1:
2ml speeksel
buis 2:
1ml demi water + 1ml speeksel
buis 3:
1ml demi water + 0,5ml speeksel
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Anti-A
Anti-B
Druppel Anti-A, B en H vermengen met het speeksel verdunningen
A1
Speeksel uit buis 1
A2
Speeksel uit buis 2
A3
Speeksel uit buis 3
B1
Speeksel uit buis 1
B2
Speeksel uit buis 2
B3
Speeksel uit buis 3
01
Speeksel uit buis 1
02
Speeksel uit buis 2
03 Speeksel uit buis 3
Anti-H
Slide 14 - Slide
Wat zit er in de vloeistoffen Anti-A en Anti-B? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Anti-genen A & B
B
Rode bloedcellen van bloedgroep A & B
C
Anti-lichamen A & B
D
Immunoglobuline A & B
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Wat gebeurt er als anti-gen A, in contact komen met Anti-A (anti-lichamen)?
A
Niets
B
Het gaat klonteren
Slide 18 - Quiz
Anti-A
Anti-B
A1
A2
A3
B1
B2
B3
01
02
03
Anti-H
Alle antigenen en antilichamen klonteren aan elkaar vast.
Dit kun je alleen nog niet zien
Slide 19 - Slide
Neem de onderstaande tabel over
Slide 20 - Slide
Geef in de tabel per buis aan welke of er nog vrije antilichamen in de buis aanwezig zijn
Slide 21 - Open question
Als iemand het secretor gen NIET heeft, kunnen de anti-lichamen die je toevoegt dan aan iets vast klonteren?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Waarmee gaan testcellen (met antigen A, B of H) klonteren? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Anti-lichaam
B
Anti-stof
C
Anti-gen
Slide 23 - Quiz
Anti-A
Anti-B
A1
A2
A3
B1
B2
B3
01
02
03
Anti-H
Testcellen A
Testcellen B
Testcellen O
Slide 24 - Slide
Vul je tabel verder aan
Slide 25 - Slide
Geef in de tabel per buis aan of agglutinatie optreed
Slide 26 - Open question
Er is klontering in de alle buizen van B en 0. Er is ook klontering in buis A1.
Wat kun je zeggen over de Bloedgroep van deze persoon? En over het secretorgen van deze persoon?
A
Bloedgroep B of O, wel secretor
B
Bloedgroep B of O, niet secretor
C
Bloedgroep A, niet secretor
D
Bloedgroep A, wel secretor
Slide 27 - Quiz
Isa zegt: Als iemand het secretor gen NIET heeft gaan alle buizen agglutineren. Niek zegt: Als iemand het secretor gen NIET heeft gaan alle buizen niet agglutineren. Wie heeft er gelijk?
A
Isa
B
Niek
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 28 - Quiz
Programma
Herhaling
ABO-bloedgroepen bepalen met Speeksel
Transfusie
Zelfstandig aan de slag
Slide 29 - Slide
Je geeft alleen rode bloedcellen!
Slide 30 - Slide
Geef aan of de volgende bloedtransfusies wel of niet klonteren.