2.9/5.9 meervouds-n _ tussenletter n/s

Leerdoelen van vandaag
Dictee 2.9
Oefenen: tussen-n en tussen-s  (5.9)
Herhalen werkwoordspelling (2.9)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen van vandaag
Dictee 2.9
Oefenen: tussen-n en tussen-s  (5.9)
Herhalen werkwoordspelling (2.9)

Slide 1 - Slide

kijk naar het eerste deel van de samenstelling!

Slide 2 - Slide

Wanneer schrijf je een tussen-s bij samenstellingen?
Als je hem hoort, 
of als je die in een vergelijkbaar woord hoort.

bakkersroom
moederskindje
meningsverschil


Slide 3 - Slide

Welke is juist?
timer
0:20
A
sterreregen
B
manenschijn
C
maneschijn
D
schoenedoos

Slide 4 - Quiz

Welke is juist?
timer
0:20
A
berengezellig
B
beregoed
C
moederkindje
D
kanonsvuur

Slide 5 - Quiz

Welke is juist?
timer
0:20
A
roggebrood
B
spinnenwiel
C
jacobschelp
D
eenmanzaak

Slide 6 - Quiz

Herhaling werkwoordspelling
Schrijfopdracht: het schrijven van een nieuwsbericht (2.4)

- opdracht voor een cijfer, telt 1 x mee;
- beoordeling richt zich op de inhoud en structuur,
van de tekst, maar ook op werkwoordspelling en
overige spelling (leestekens etc.).
- uploaden in Magister Opdrachten.

Slide 7 - Slide

Herhaling werkwoordspelling
Hoofdstuk 2.9:
- de persoonsvorm in de tt en vt
- de spelling van Engelse werkwoorden

Je mag deze instructie overslaan
en verder werken aan je weektaak.

Maak dan opdracht 1 t/m 6 van 2.9

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm TT en VT

Kijk mee met het volgende filmpje.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Engelse werkwoorden

Kijk mee met het volgende filmpje.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Oefenen met werkwoordspelling
Hoofdstuk 2.9:

Maak opdracht 1 t/m 6 

LET OP:
Als je opdracht 1 goed gemaakt hebt,
mag je opdrachten overslaan (zie 2)!

Slide 13 - Slide