What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5.3 Belasting op shoppen?
5.3 Belasting op shoppen?
Hoofdstuk 5 Wat levert het op?
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5.3 Belasting op shoppen?
Hoofdstuk 5 Wat levert het op?
Slide 1 - Slide
Wat weten we nog/al?
Slide 2 - Slide
Wat is de definitie van inkoopprijs?
A
De verkoopprijs van producten
B
De prijs die een winkelier betaalt voor producten
C
De prijs die een klant betaalt voor producten
D
De prijs die een groothandel vraagt voor producten
Slide 3 - Quiz
Wat is brutowinstopslag?
A
Een bedrag bovenop de inkoopprijs voor winst
B
Een bedrag bovenop de inkoopprijs voor extra kosten
C
Een bedrag dat van de inkoopprijs afgetrokken wordt
D
Een bedrag dat vaststaat en niet verandert
Slide 4 - Quiz
Wat wordt bedoeld met afzet?
A
Het aantal producten dat je verkoopt
B
Het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt
C
Het geld dat binnenkomt
D
Het aantal klanten dat de winkel bezoekt
Slide 5 - Quiz
Begrippen paragraaf 5.2
Inkoopprijs
Brutowinstopslag
Verkoopprijs
Afzet
Omzet
Slide 6 - Slide
Leerdoelen 5.3
Je weet wat btw is.
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 7 - Slide
Btw
Btw
betekent belasting over de toegevoegde waarde.
Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.
Als je iets koopt, betaal je als consument dus altijd btw.
Een andere naam voor btw is omzetbelasting.
Voor de meeste producten geldt een btw-tarief van 21%.
Voor basisbehoeften betaal je 9% btw.
Slide 8 - Slide
Wat is een andere naam voor btw?
A
Inkomstenbelasting
B
Loonbelasting
C
Vennootschapsbelasting
D
Omzetbelasting
Slide 9 - Quiz
Klassikaal vraag 40
Slide 10 - Slide
Indirecte belasting
Als jij iets koopt als consument dan betaal jij een prijs.
Bij deze prijs zit de btw inbegrepen.
De verkoper mag dit deel niet houden.
Hij moet de btw afstaan aan de Belastingdienst.
Omdat btw een belasting is die je via een winkelier of webshop aan de overheid betaalt, noem je btw een
indirecte belasting
.
Slide 11 - Slide
Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die alleen door bedrijven wordt betaald.
B
Een belasting die niet in de aankoopprijs is opgenomen.
C
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt.
D
Een belasting die je via een winkelier betaalt.
Slide 12 - Quiz
Klassikaal vraag 42
Slide 13 - Slide
Consumentenprijs
Als je iets koopt, dan bestaat de prijs uit twee delen.
De verkoopprijs
De btw
De consument betaalt altijd de prijs inclusief btw, dit noemen we de
consumentenprijs
.
Slide 14 - Slide
Wie betaalt altijd de prijs inclusief btw?
A
De consument
B
De importeur
C
De producent
D
De verkoper
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Klassikaal vraag 47
Slide 17 - Slide
Van consumentenprijs naar verkoopprijs
Als je wilt weten wat de prijs van een product is zonder btw, dan is het handig om een overzicht te maken van de percentages:
Prijs exclusief btw = 100%
Btw = 21%
Consumentenprijs = 121%
Reken vanuit de consumentenprijs altijd eerst terug naar 1%. Dus je deelt door 121, daarna kun je door rekenen.
Slide 18 - Slide
Wat is de consumentenprijs van een product met een prijs exclusief btw van €100?
A
€121
B
€200
C
€100
D
€79
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Klassikaal vraag 50
Slide 22 - Slide
Begrippen paragraaf 5.3
Btw
Indirecte belasting
Consumentenprijs
Slide 23 - Slide
Je kunt nu
Je weet wat btw is.
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 24 - Slide
Aan het werk!
Maken opdrachten 5.3: 37, 40, 41, 42, 44, 47, 49, 50 en 52
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar? Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.3
timer
25:00
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
March 2020
- Lesson with
17 slides
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.3 Wat betaalt de consument?
August 2018
- Lesson with
35 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
BTW
January 2019
- Lesson with
28 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?
November 2018
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
5.3 Belasting op shoppen?
April 2024
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen
May 2024
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2