les 2: verhaallijn, personages, perspectief

Verhaalanalyse
Ik ken de rollen van personages, de elementen van de structuur en de verschillende perspectieven en kan ze herkennen binnen een verhaal. 


.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verhaalanalyse
Ik ken de rollen van personages, de elementen van de structuur en de verschillende perspectieven en kan ze herkennen binnen een verhaal. 


.

Slide 1 - Slide

timer
10:00
Schrijf mee: vragen/opmerkingen etc.

Slide 2 - Slide

Opdracht
  • Lees het verhaal Hoogtevrees
  • Noteer: omschrijving personages, karakter of type, perspectief + voorbeeld, setting
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Personages
  • Hoofdpersoon: om wie het verhaal draait, heeft een doel
  • Bijvoorbeeld: moordenaar vinden (detective), zichzelf leren kennen (psychologische roman)
  • Bijpersoon: vervult een rol: helpt (helper), werkt tegen (tegenstander) of is neutraal (afzijdige)

Slide 4 - Slide

Personages
  • Karakter: heeft verschillende ideeën en eigenschappen, reageert telkens ander of anders dan verwacht en verandert in de loop van het verhaal. Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten. Hij maakt een ontwikkeling door.

Slide 5 - Slide

Personages
  • Type: dit personage verandert niet en heeft enkele duidelijke karaktertrekken. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.

Slide 6 - Slide

Perspectief
  • Het gezichtspunt van waaruit je het verhaal meemaakt
  • ik-perspectief
  • personaal perspectief
  • alwetende verteller/auctoriaal perspectief

Slide 7 - Slide

Ik-perspectief
  • Vanuit een ik-personage dat meedoet in het verhaal
  • Gekleurd door de gedachten, gevoelens, opvattingen, ervaringen van die persoon
  • Subjectief: niet betrouwbaar
  • Belevende ik: op dat moment
  • Vertellende ik: achteraf

Slide 8 - Slide

Personaal perspectief
  • Hij/zij-personage dat meedoet in het verhaal
  • Gekleurd door de gedachten, gevoelens, opvattingen, ervaringen van die persoon
  • Subjectief: niet betrouwbaar

Slide 9 - Slide

Auctoriaal perspectief
  • De verteller staat buiten het verhaal
  • Geeft er soms wel commentaar op
  • Hij weet van alle personages wat ze waarnemen, denken, voelen.
  • Objectief perspectief

Slide 10 - Slide

Structuur
Verhaallijn:  de reeks gebeurtenissen rondom een hoofdpersonage. 
Ondergeschikt of gelijkwaardig: 1 groot verhaal met kleinere verhalen of meerdere naast elkaar. Vb. Squid game
Motorisch moment: gebeurtenis of handeling die het verhaal in gang zet.  


Slide 11 - Slide

Huiswerk
Lees verder in je boek

Toets beschouwing

Slide 12 - Slide