Unit 3 Flashback 2b2

Unit 3 
Flashback 

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 3 
Flashback 

Slide 1 - Slide

What to do today?
Check Homework: 3.5 
Do: Oefentoets
Study: Words Unit 3  +Grammar Unit 3 + Phrases Unit 3 
 


Slide 2 - Slide

Check Homework

Slide 3 - Slide

Check Homework

Slide 4 - Slide

Oefentoets
Gebruik je boek niet!

Slide 5 - Slide

Wat is de vertaling van:
gewoonlijk
A
usual
B
earn
C
as well
D
enough

Slide 6 - Quiz

Wat is de vertaling van:
schoonmaken
A
store
B
clean
C
notice
D
charity

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertaling van:
ervaring
A
enough
B
sale
C
experience
D
charity

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van:
am
A
zijn
B
voor 12 uur 's middags
C
na 12 uur 's middags
D
zelf

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van:
find
A
vinden
B
lui
C
misschien
D
vrouwelijk

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van:
bargain
A
weggooien
B
koopje
C
baan
D
barganger

Slide 11 - Quiz

Sleepvraag 1
Sleep de uitspraak naar de woorden

Slide 12 - Slide

per cent
shop assistent
news letter
throw out
huge
treat to

Slide 13 - Drag question

Sleepvraag 2
Sleep de trappen van vergelijking naar de goede plek.

Slide 14 - Slide

slow
rich
fit
beautiful
vergelijkend             vergrotend              overtreffend
slower
richer
more beautiful
fitter
most beautiful
fittest
slowest
richest

Slide 15 - Drag question

toekomstige tijd
Vul de goede vorm in.

am/are/is + going to + ww

Slide 16 - Slide

Wat moet er op de puntjes?
I ................ (play) football.

Slide 17 - Open question

Wat moet er op de puntjes?
She ................ (wash) her clothes.

Slide 18 - Open question

Wat moet er op de puntjes?
We ................ (walk) to school.

Slide 19 - Open question

Wat moet er op de puntjes?
It ................ (be) cold, next week.

Slide 20 - Open question

Meervoud
Noteer de meervoud van het zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Slide

Wat is het meervoud van:
dress

Slide 22 - Open question

Wat is het meervoud van:
boy

Slide 23 - Open question

Wat is het meervoud van:
woman

Slide 24 - Open question

Wat is het meervoud van:
hero

Slide 25 - Open question

Wat is het meervoud van:
scarf

Slide 26 - Open question

Wat is het meervoud van:
watch

Slide 27 - Open question

Mij, jou, hem: Me, you, him
Wat moet er op de puntjes?
Vertaal en vul in!

Slide 28 - Slide

I watch .... (haar) every day

Slide 29 - Open question

They didn't give ...... (mij) much money.

Slide 30 - Open question

We said ...... (het) again.

Slide 31 - Open question

Homework

Study: Vocabulary Unit 3 +Grammar Unit 3 + Phrases Unit 3 

Slide 32 - Slide