Weektaak 50 2G1 LTC

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Maandag 14 december

1. 5 minuten lezen 

2. herhaling rijtjes 

3. bespreken 11-20 

Weektaak: af vóór ma 4 jan 10 u 

1. Lezen tekst (NL) p.85-88

2. Maken oefening ‘Een slavenopstand’ p.85

3. Leren woordjes H7 p.180

7A: r.11-15

Servus autem confugit ad

 imperatoris pedes et dixit: “domine, videsne

 crudelitatem Pollionis? Parce mihi!” Motus verbis

 imperator iussit alios servos omnia crystallina frangere

15 et his vivarium complere. Praeterea Pollioni dixit:

imperatoris: welke groep en naamval?

1. groep 1: abl mv
2. groep 3: gen ev
3. groep 2: dat mv

noem nog twee woorden uit r. 11-15 die uit groep 3 komen

dixit: welke tijd?

1. praesens
2. perfectum
3. imperfectum

parce: welke vorm?

1. 1e persoon ev
2. imperativus
3. infinitivus
4. imperfectum

motus verbis: hoe heb je dit vertaald?

alios servos: welke naamval?

1. gen mv
2. nom ev
3. acc mv
4. abl mv

noem twee woorden uit regel 11-15 die in de infinitivus staan

7A: r.16-20

Cur poena gravis? Si bonus servus crystallinum

 frangit, necesse est eum interficere? Hominem

 necas, ubi imperator ipse adest? Manumitte servum

 et cena gaudeamus!” Sic Augustus amicum
  castigavit et servum a morte servavit. 

met welk woord congrueert bonus?

1. servus
2. crystallinum
3. eum

poena: wat wordt hiermee bedoeld?

hominem: welke naamval?

1. nom
2. gen
3. dat
4. acc

imperator: wie wordt hiermee bedoeld?

1. Vedius Pollio
2. Augustus

Castigavit: leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

Maak een foto van je vertaling: 7A r.11-20