Lezen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Kies van de volgende tekstjes het juiste tekstdoel en het onderwerp.


Slide 2 - Slide

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.

Slide 3 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instructie geven

Slide 4 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
de ANWB
B
Amersfoort
C
wegenwacht
D
aanbieding ANWB voor Amersfoort en omgeving

Slide 5 - Quiz

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.

Slide 6 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
uitleg geven
C
informeren
D
instructie geven

Slide 7 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
Eerste Dunkin' Donuts in Nederland opent op 23 maart.
B
Dunkin' Donuts
C
opening eerste Dunkin' Donuts in Nederland
D
Dunkin' Donuts in Amsterdam

Slide 8 - Quiz

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.

Slide 9 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
uitleg geven
C
informeren
D
beschouwen

Slide 10 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
Anne van Leer raadt Rijschool Van Dam aan.
B
Rijschool Van Dam
C
rij-instructeur Marcus
D
een gezellige rijschool

Slide 11 - Quiz

Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?

Slide 12 - Slide


Bij de volgende vragen krijg je steeds een alinea van de tekst 'Gezellige aardmannetjes' te lezen. Er staat steeds een vraag bij die je in de dia erna moet beantwoorden. 

Slide 13 - Slide

Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?

Slide 14 - Open question

Is zin 1, 2, 3 of 4 de kernzin van deze alinea?

Slide 15 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
D
zin 4

Slide 16 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? 
Kies uit: 
A  eigenschappen stokstaart
B  lichamelijke kenmerken stokstaart
C  gedrag stokstaart
D  De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.

Slide 17 - Slide

Klik hier je gekozen deelonderwerp aan.

A
eigenschappen stokstaart
B
lichamelijke kenmerken stokstaart
C
gedrag stokstaart
D
De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.

Slide 18 - Quiz

Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?

Slide 19 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.

A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3

Slide 20 - Quiz

Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?

Slide 21 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3

Slide 22 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Schrijf het in maximaal drie woord op.

Slide 23 - Slide

Noteer hier het deelonderwerp.

Slide 24 - Open question

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Noteer het in maximaal 5 woorden.

Slide 25 - Slide

Noteer hier het deelonderwerp.

Slide 26 - Open question

Deze alinea is ook meteen het slot van de tekst. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst af te sluiten? Kies uit:
A  de schrijver geeft een advies
B  de schrijver komt tot een conclusie
C  de schrijver vat het voorafgaande kort samen
D  de tekst heeft eigenlijk niet echt een slot

Slide 27 - Slide

Klik hier je gekozen antwoord aan.

A
de schrijver geeft een advies
B
de schrijver komt tot een conclusie
C
de schrijver vat het voorafgaande kort samen
D
de tekst heeft eigenlijk niet echt een slot

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide