les 11_Forensisch onderzoek voorbereiding & veilig werken en de brander_3HAVO

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom! Neem plaats volgens de plattegrond

H1 Stoffen en materialen

Les 10

veilig werken met de brander

NOVA 3V H1.4

leg klaar:

• pak een labjas
  

Deze les:

• Bespreken wat je voor de SO moet leren
• Brander DEMO
• Oefenen voor de SO

Wat je moet kunnen (Magister)

• Veiligheidsregels werken met brander (practicumvaardigheden)
• Waarnemingen en conclusies maken
• Scheidingsmethoden kennen
• Verschil stol/smelt punt/traject

Toetsfouten

• Homogeen/heterogeen mengsel betekenis 
• Vloeistof en vaste stoffen op microniveau tekenen: moleculen moeten elkaar raken
• Scheidingsmethoden
• Smelt/kook-traject/punt

Tips voor de SO

• Lees de vraag goed
• Check je antwoord
• Kijk naar de plaatjes

Veiligheidsregels 

samengevat

Zorg dat je weet hoe alles werkt en waar je mee bezig bent!

• Nooit rennen in het lokaal
  
• Blijf rustig
  

Bij elk practicum geldt:

• Bril op
  
• Jas aan
  
• Haren vast in een staart
  

noodstop

Elk lokaal heeft twee noodstops

1 bij docent

Bij indrukken wordt gelijk gas, water en elektriciteit in het scheikundelokaal uitgeschakeld

Brander DEMO

• steek de brander aan op de pauzevlam
• maak de vlam kleurloos, niet ruisend
• maak de vlam blauw, ruisend
• zet de brander terug op de pauzevlam
• zet de brander uit, doe de hoofdkraan uit en wissel

Oefenen voor de SO

Puzzelwedstrijd H1.4

- de tabel scheidingsmethoden 

is  uit elkaar gevallen: welke 

groep heeft de tweede kolom 

van de tabel als eerste 

weer goed in elkaar 

gepuzzeld?

Antwoord

Antwoord

Waarneming & conclusie

• waarneming= beschrijving van wat je ziet/ruikt/hoort:
  

- kleur / kleurloos

- helder / troebel

- gas / vloeibaar / vast

- andere stofeigenschap, bijv geur, glans, ...

• conclusie = wat je denkt. Je gebruikt dan vaak het woordje "dus..." Meestal zijn meerdere waarnemingen nodig om een juiste conclusie te trekken

Welke zijn veiligheidsmaatregelen die je moet nemen tijdens een practicum met een brander?

1. Bril op, haar in een staart, labjas aan, stoel onder de tafel, tas weg, staand werken
2. Haar in een staart, stoel onder de tafel, tas weg, zittend werken
3. Bril op, labjas aan, tas weg, staand werken
4. Haar in een staart, labjas aan, stoel onder de tafel, staand werken.

Wat is de juiste volgorde voor het aansteken van de brander?
1. Open de gasschroef
2. Doe de hoofdkraan open
3. Steek een lucifer aan boven de brander
4. Draai de luchtring een heel klein beetje open
5. Controleer of de luchtring en gastoevoer dicht zijn.

1. 5, 2, 1, 3, 4
2. 5, 2, 3, 1, 4
3. 1, 2, 3, 4, 5
4. 5, 2, 3, 4, 1

Is dit een waarneming of een conclusie?
"De heldere, kleurloze oplossing wordt troebel."

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"Roeren versnelt dus het oplossen van poedersuiker."

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"Door te roeren wordt de oplossing weer helder en kleurloos. "

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"Het is een homogeen mengsel van ... en ...."

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"Er blijft een vaste stof achter in het indampschaaltje"

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"De mengsel wordt troebel."

1. Waarneming
2. Conclusie

Is dit een waarneming of een conclusie?
"De troebele mengsel is een emulsie."

1. Waarneming
2. Conclusie

Van welk verschil in (stof)eigenschappen maak je gebruik bij de scheidingsmethode indampen?

1. Deeltjesgrootte
2. Dichtheid
3. Kleur
4. Kookpunt

Welk woord hoort bij
getal 1 en 2 op de afbeelding?

1.

2.

1. 1. Filtraat 2. Residu
2. 1. Residu 2. Filtraat

Een mengsel heeft altijd een ....

1. Smelt/kooktraject
2. Smelt/kookpunt

Als iets een stolpunt heeft dan is het een....

1. Mengsel
2. Zuivere stof

Wat zie je op deze
afbeelding?

1. Smelt- en kooktraject
2. Smelt- en kookpunt

Wat zie je op de afbeelding?

1. Een homogeen mengsel
2. Een heterogeen mengsel
3. Een zuivere stof

Wat zie je op de afbeelding?

1. Een homogeen mengsel
2. Een heterogeen mengsel
3. Een zuivere stof

Is dit een heterogeen of
homogeen mengsel?

1. Heterogeen
2. Homogeen

Is dit een heterogeen of
homogeen mengsel?

1. Heterogeen
2. Homogeen

eigen werk

Voorbereiden project Forensische Chemie (SO-cijfer)

Leren Practicumvaardigheden: blz 175 tm 180

Leer kook- en stoldiagrammen (blz 27 + 32)

Leer tabel 1 uit H1.4 en de afbeeldingen van de scheidingsmethoden + chromatografie (tabel stencil)

Maak Test jezelf H1.4 online