Meer dan lezen 1 vwo Nieuw Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Meer dan lezen 1 vwo Nieuw Nederlands

Overhoring van de begrippen

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je verschillende woordraadstrategieën identificeren en toepassen
• Aan het einde van de les kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vaststellen
• Aan het einde van de les kun je de relatie tussen deelonderwerp, kernzin en alinea begrijpen
• Aan het einde van de les kun je de vijf verschillende tekstdoelen identificeren en hun toepassingen begrijpen

Maak een woordweb met de belangrijkste informatie van paragraaf 1 en 2.

Noem 4 woordraadstrategieën

Woordraadstrategieën

• Synoniemen, 
• omschrijvingen, 
• voorbeelden, 
• tegenstellingen, 
• bekende woorddelen, 
• overeenkomsten met woorden uit andere talen 
• illustraties

Welke 4 lees- luisterstrategieën ken je?

Wanneer je oriënterend leest, wil je:

1. vaststellen waar de tekst over gaat
2. vaststellen welke deelonderwerpen worden besproken
3. een tekst helemaal begrijpen
4. bruikbare informatie in een tekst vinden

Wanneer je zoekend leest, wil je:

1. vaststellen waar de tekst over gaat
2. vaststellen welke deelonderwerpen worden besproken
3. een tekst helemaal begrijpen
4. bruikbare informatie in een tekst vinden

Wanneer je globaal leest, wil je:

1. vaststellen waar de tekst over gaat
2. vaststellen welke deelonderwerpen worden besproken
3. een tekst helemaal begrijpen
4. bruikbare informatie in een tekst vinden

Wat is je aanpak wanneer je precies leest?

1. Je bekijkt de tekst en dan let je op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes, de anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea.
2. Je leest de eerste en laatste zinnen van een alinea.
3. Je leest de tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.
4. Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens.

Wat is je aanpak wanneer je zoekend leest?

1. Je bekijkt de tekst en dan let je op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes, de anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea.
2. Je leest de eerste en laatste zinnen van een alinea.
3. Je leest de tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.
4. Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens.

Wat is je aanpak wanneer je globaal leest?

1. Je bekijkt de tekst en dan let je op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes, de anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea.
2. Je leest de eerste en laatste zinnen van een alinea.
3. Je leest de tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.
4. Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens.

Wat is het onderwerp van een tekst?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst

• Onderwerp: waar de tekst over gaat, meestal uitgedrukt in maximaal vier woorden
• Hoofdgedachte: de samenvatting van de tekst in één zin. Het onderwerp wordt hierin altijd genoemd.

Wat is een kernzin?

Relatie tussen deelonderwerp, kernzin en alinea

• Een alinea is een groep zinnen die bij elkaar horen en over één deelonderwerp gaan
• De kernzin is de samenvatting van de tekst in één zin. Het onderwerp komt daar altijd in voor. 

Noem de 5 tekstdoelen,

Vijf verschillende tekstdoelen en hun toepassingen

• Amuseren
• Informeren
• Instrueren
• Overtuigen
• Activeren

Het tekstdoel van een ingezonden brief is:

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

Het tekstdoel van een bijsluiter bij een medicijn of spelregels is:

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

Het tekstdoel van advertentie of flyer is:

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

Het tekstdoel van studieboek of artikel is:

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

Begrippen lijst.

• Woordraadstrategieën: verschillende methoden om de betekenis van woorden te bepalen
• Onderwerp: waar de tekst over gaat, meestal uitgedrukt in maximaal vier woorden
• Hoofdgedachte: de samenvatting van de tekst in één zin
• Deelonderwerp, kernzin en alinea: een alinea is een groep zinnen die bij elkaar horen en over één deelonderwerp gaan. De kernzin bevat de belangrijkste informatie
• Tekstdoelen: de doelen van een tekst, zoals amuseren, informeren, instrueren, overtuigen en activeren

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.