bijwoorden met quiz alle woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Programma

• Terugblik vorige les
• Uitleg + oefenen woordsoort 'bijwoord' en herhaling andere    woordsoorten 
• Evaluatie

Bijwoorden

Lesdoel: Je kunt een bijwoord benoemen

Bijwoord

Geeft een plaats aan:  hier, daar, rechts, nergens

Geeft een tijd aan: nu, soms, vanavond

Overige woorden: ook, graag, niet, misschien

Vraagwoorden: waar, wanneer, waarom... 

Bijwoord

Zegt iets over een ander woord dan het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld een:

- Werkwoord

- Ander bijwoord

- Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

Is niet hetzelfde als bijwoordelijke bepaling.

Bijwoord = woordsoort

Bijwoordelijke bepaling = zinsdeel

Een bijwoordelijke bepaling bevat vaak een bijwoord

Hij tekent een BIJZONDER mooie auto.

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Voorbeelden

- Zij is een heel  aardige vrouw.

- Zij woont in het huis hiernaast.

- Zij zaten allemaal buiten.

- Misschien doe ik het.

De pen zit IN de etui.

1. bijwoord
2. hulp ww
3. voorzetsel
4. zelfstandig naamwoord

Het GROENE bankje staat op het gras.

1. voorzetsel
2. aanwijzend vnw
3. bijwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Het groene BANKJE staat op het gras.

1. bijwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. persoonlijk vnw

het HELE groene bankje staat op het gras

1. bijwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. hulpwerkwoord

Ik HEB gisteren heerlijk geslapen!

1. bijwoord
2. zelfst. ww
3. hulp ww
4. voorzetsel

VANAVOND ga ik naar de film.

1. bijwoord
2. voorzetsel
3. bijv. nw
4. zelfst. nw

Ik kijk uit HET raam.

1. lidwoord
2. zelfstandig nw
3. aanwijzend vnw
4. bijwoord

Het groene bankje staat OP het gras.

1. voorzetsel
2. lidwoord
3. bijwoord
4. onbepaald vnw

Een bijwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

1. juist
2. onjuist

In de zin 'De trein rijdt SNEL:

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

In de zin 'Hij tekent een heel mooie auto' is het woord HEEL een:

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

In de zin 'Waar ga jij naartoe op je skateboard?' is het woord WAAR een:

1. vragend voornaamwoord
2. bijwoord
3. voorzetsel
4. bezittelijk voornaamwoord

oefenen in je groepje

Gisteren heb ik mijn huiswerk gemaakt?

Noteer de het woord en daarachter de woordsoorten

gisteren - 

heb -

ik -

etc

Gisteren heb ik mijn huiswerk gemaakt? noteer de antwoorden.
1 lln per groep

oefenen in je groepje

Lotte wilde goed leren voor de toets van gisteren.

Lotte wilde goed leren voor de toets van gisteren.
Noteer de antwoorden

op internet oefenen: 

berktekst

woordsoorten:  bijwoorden