Bloedgroepen en transfusie

Bloedgroepen en transfusie
Theorie en oefenen
10-1-2024
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bloedgroepen en transfusie
Theorie en oefenen
10-1-2024

Slide 1 - Slide

Geschiedenis
Karl Landsteiner, rond 1900 na Chr.
Plasma patiënt 1 mengen met ery's patiënt 2
Agglutinatie - het samenklonteren van de ery's
Antigeen - antistof complex

Slide 2 - Slide

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Geen antigeen 
Antigeen A
Antigeen AB
Antigeen B

Slide 3 - Drag question

Rhesus D
Naast A, B, AB, 0 bloedgroep antigenen is er ook sprake van het rhesus D antigeen.
Hiervoor ben je negatief of positief
Daarbij zijn er nog andere rhesus-antigenen, namelijk:
Antigenen C (groot), c (klein), E (groot), en e (klein)
Iemand kan dus CcEe hebben, maar ook ccee, CCEE etc.

Slide 4 - Slide

Sleep de omschrijving naar het juiste begrip
Variant van een gen
Immunoglobuline 
Antigeen
Antistof
Allel
Eiwit op celmembraan

Slide 5 - Drag question

Erfelijkheid
Bloedgroep: allel van vader en moeder 
1 gen voor bloedgroep, 2 allelen. 1 doorgeven aan kind
Co-dominant: beide allelen komen tot uiting

Heterozygoot A0 met heterozygoot B0 
-> 25% kans op 00 of AB (of A0 en B0) bij kind.

Slide 6 - Slide

Vader>/
Moeder
A
B
0
A
B
0
Welke bloedgroep krijgt het kind? Sleep het antwoord naar de juiste plek.
0
AB
B
B
B
 A
 A
 A
?
?
?
?
?
?
?
?
?
AB

Slide 7 - Drag question

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Maakt antistof A en B 
Maakt antistof B
Maakt geen antistof
Maakt antistof A

Slide 8 - Drag question

Irregulaire anistoffen
Behalve AB0D en CcEe nog meer belangrijke antigenen

Slide 9 - Slide

Wat is een irregulaire antistof?

Slide 10 - Open question

Antistoffen
Na de geboorte maakt het kind zelf antistoffen aan tegen de andere bloedgroep (2-3 maanden).

Antistof D wordt niet aangemaakt, net zoals de antistoffen tegen andere kleinere bloedgroep antigenen.

Dit gebeurt pas na contact met deze antigenen

Slide 11 - Slide

Rhesus D
Soms is moeder D-negatief, terwijl het kind D-positief is
Allel van vader gekregen.
Moeder kan dan antistof anti-D gaan aanmaken, als het bloed van de baby bij het bloed van de moeder komt (navelstreng).

Anti-D IgG kan door de placenta, dus kan in bloedbaan baby komen.
Hemolyse van babybloed -> gevaarlijk!

Slide 12 - Slide

Anti-D 
Moeder wordt tijdens zwangerschap geprikt op bloedgroep.
Als ze antigeen D negatief is, wordt kind ook gecheckt.
Indien kind ag-D positief is, krijgt moeder antistof-D ingespoten.
Dit zorgt ervoor dat de moeder zelf geen antistof D gaat aanmaken. Het kind is dan veilig.

Slide 13 - Slide

Een resuspositieve moeder met bloedgroep A is een week geleden bevallen van een gezonde baby. De bloedgroep van het kind is A+
In het bloed van de moeder treft men op de rode bloedcellen (1)…………. en in het bloedplasma (2) ………………….
A
(1) anti B, (2) anti D
B
(1) antigeen A, (2) anti D
C
(1) antigeen A en D, (2) anti B
D
(1) antigeen B en D, (2) anti A

Slide 14 - Quiz

Vervolg
Ga nu weer terug naar de Wikiwijs


Slide 15 - Slide