Nederlands 7 dec

Nederlands
Maandag 7 december
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands
Maandag 7 december

Slide 1 - Slide

Huiswerk check!
Basis: hoofdstuk 2 - Taalverzorging (blz 66 t/m 72)
  • maken 8 + 10 t/m 18

Kader: hoofdstuk 2 - Taalverzorging (blz 66 t/m 72)
  • maken 9 t/m 14 + 16 + 18


Heb je het ook nagekeken?

Slide 2 - Slide

Lesdoel van vandaag:
  • d of t schrijven als de tegenwoordige tijd en persoonsvorm hetzelfde klinken.
  • juiste verwijswoorden gebruiken
  • wel / geen tussenletter bij een samenstelling

Slide 3 - Slide

Samenstelling - blz 104

powerpoint

Slide 4 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
boekekast
B
brievebus
C
bendeleider
D
glazewasser

Slide 5 - Quiz

Maak samenstellingen 
van de volgende woorden. 

Slide 6 - Slide

volk + buurt

Slide 7 - Open question

station + plein

Slide 8 - Open question

hoogte + vrees

Slide 9 - Open question

tandarts + stoel

Slide 10 - Open question

drug + beleid

Slide 11 - Open question

Werkwoordspelling 
basis blz 106 / kader blz 107

powerpoint

Slide 12 - Slide

Kies de juiste vorm van het werkwoord.

Slide 13 - Slide

Meneer Veenstra ... zich overal mee.
A
bemoeit
B
bemoeid

Slide 14 - Quiz

Er werd een juwelier ... in Rotterdam
A
berooft
B
beroofd

Slide 15 - Quiz

De hockeyer heeft zijn enkel ...
A
verbrijzelt
B
verbrijzeld

Slide 16 - Quiz

Volgende week ... Miran zijn garage.
A
verbouwt
B
verbouwd

Slide 17 - Quiz

Is het onderstreepte woord een persoonsvorm tt of een voltooid deelwoord?

Slide 18 - Slide


De demonstrant verzet zich tegen de gemeenteplannen.
A
pv tt
B
vd

Slide 19 - Quiz


Bij het maken van dit schilderij heeft de kunstenaar veel verf gebruikt.
A
pv tt
B
vd

Slide 20 - Quiz


Heb jij de rekening al betaald of moet ik dat nog doen?
A
pv tt
B
vd

Slide 21 - Quiz


Carlo herinnert zich ineens dat hij nog een afspraak heeft. 
A
pv tt
B
vd

Slide 22 - Quiz

Noteer de juiste vorm van het werkwoord.

Slide 23 - Slide

Hoeveel (verdienen) een 16-jarige met vakkenvullen?

Slide 24 - Open question

In de vakantie heeft Jeroen € 250,- (verdienen) met aardbeien plukken.

Slide 25 - Open question

Zonder plattegrond (verdwalen) Lola waarschijnlijk in Amsterdam.

Slide 26 - Open question

De docent (verzekeren) de ouders dat de jongen goed heeft geleerd.

Slide 27 - Open question

Formuleren verwijswoorden
Basis blz 109 / kader blz 110

powerpoint

Slide 28 - Slide

De kleren ... ze hier verkopen, zitten altijd prima.
A
die
B
dat

Slide 29 - Quiz

Waarom ga je naar deze bakker? ... op de hoek is veel beter.
A
die
B
dat

Slide 30 - Quiz

Wil je de bal ... onder de kast is gerold even pakken?
A
die
B
dat

Slide 31 - Quiz

Jon is al twee dagen ziek, ... vindt hij vervelend.
A
die
B
dat

Slide 32 - Quiz

Basis
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Maken 2 + 4 + 5 + 6 + 11 + 12 + 13 + 18



Klaar?
Keuze uit:
- NUMO
- Fictieportfolio
- PTA Betoog schrijven
Kader
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Maken 2 + 4 + 5 + 10 + 12 + 16 + 18



Klaar?
Keuze uit:
- NUMO
- Fictieportfolio
- PTA Betoog schrijven
Vandaag nog nakijken!

Slide 33 - Slide