dsm 5 en P.S.

Psychiatrische stoornissen
Pathologie voor het mbo 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Psychiatrische stoornissen
Pathologie voor het mbo 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren:
DSM V-historie en categorieën
Persoonlijkheidsstoornissen
Schizofrenie
Bipolaire stemmingsstoornis
ASS

Slide 2 - Slide

De DSM 5

Slide 3 - Slide

DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: 

Waar is de DSM voor bedoeld?
 om te zorgen dat iedereen dezelfde definities hanteert voor bepaalde psychiatrische aandoeningen. Zo konden er geen verschillende interpretaties meer bestaan van een bepaalde diagnose.
De DSM wordt door psychiaters gebruikt om psychiatrische diagnoses te kunnen stellen.

Slide 4 - Slide

Waarom bestaan er verschillende versies van de DSM?

1952 -2022.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Binnen welke categorie van DSM 5 valt een stoornis in het vloeiend spreken (stotteren), met aanvang in de kindertijd
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Dissociatieve stoornis
D
Angststoornis

Slide 7 - Quiz

Binnen welke categorie van DSM 5 valt een paniekstoornis?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Angststoornis
D
Obsessieve compulsieve stoornis

Slide 8 - Quiz

Onder welke categorie van DSM 5 valt narcolepsie?
A
Persoonlijkheidsstoornis
B
Angststoornis
C
Slaap- en waakstoornis
D
Voedings- en eetstoornis

Slide 9 - Quiz

De verpleegkundige ziet dat mw. Ekster af en toe haar en wol opeet. Hoe noemen we dit?
A
Boulimia nervosa
B
Vraatzucht
C
Rumineren
D
Pica

Slide 10 - Quiz

Binnen welke categorie van DSM 5 valt Alzheimer?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Neurocognitieve stoornis
C
Persoonlijkheidsstoornis
D
Depressieve stemmingsstoornis

Slide 11 - Quiz

Wat betekent de afkorting DSM?
A
"Diagnostic and Stratigical Manoeuvre of Mental Diseases.
B
"Defense and Statistical Measurments of Mental Disorders.
C
‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.
D
"Diagnose and Sickness Manual of Mental Disorders.

Slide 12 - Quiz

Symptomen van een persoonlijkheidsstoornis kunnen zijn: 
Het gevoel waardeloos te zijn 
Wantrouwen richting andere mensen 
Moeizame relaties 
Moeite hebben met het uiten van gevoelens of gevoelens juist te snel uiten 
Impulsief reageren 
Heel perfectionistisch zijn 
Teruggetrokken en angstig zijn 
Moeite hebben om zelfstandig te functioneren 
Stemmingswisselingen 

Slide 13 - Slide

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 14 - Slide

Cluster A, B en C 
Er bestaan volgens het psychiatrisch handboek DSM-5 tien soorten persoonlijkheidsstoornissen. Deze zijn onderverdeeld in 3 clusters.
DSM
Het Diagnostisch en Statistisch handboek van Psychiatrische aandoeningen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Noem op welke persoonlijkheidsstoornissen in Cluster B vallen

Slide 20 - Mind map

Schizofrenie
Van schizofrenie is sprake als iemand een langdurige psychose of meerdere psychosen heeft doorgemaakt en in de tussenliggende periodes niet goed functioneert.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Bij schizofrenie is er volgens de DSM sprake van hallucinaties?
A
Feit
B
Fabel

Slide 23 - Quiz

Bipolaire stemmingsstoornis

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

depressie is een veel voorkomende complicatie bij Parkinson
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Beweging heeft veel positieve effecten op de gezondheid van ouderen. Wat zijn 2 positieve effecten?
A
alcoholisme voorkomen
B
depressie tegengaan
C
incontinentie voorkomen
D
lichaam in conditie houden

Slide 30 - Quiz

Wat zijn symptomen van een depressie
A
Verminderde eetlust en neerslachtigheid
B
Concentratieproblemen
C
Verlies van interesse en plezier
D
Alle bovenstaande symptomen

Slide 31 - Quiz

Waarom is faalangst geen stoornis?
A
Het staat niet in de DSM-5
B
Het staat niet in de DSM-5 en wordt gezien als een persoonlijk probleem
C
Het valt niet te verhelpen
D
Faalangst heeft toch iedereen

Slide 32 - Quiz