Week 3, les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

In de .... rede herhaal je letterlijk wat iemand heeft gezegd.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Directe rede of indirecte rede?
De leraar vertelde: 'Volgende week hebben wij een pw'.

1. directe rede
2. indirecte rede

Aanhalingsteken gebruik je bij:

1. een indirecte rede
2. een directe rede
3. indirecte- en directe rede
4. citaat voorop

Dave zei: "Ik ben verliefd!"

1. directe rede
2. indirecte rede

Directe of indirecte rede?
Jan vertelde gisteren dat hij naar de tandarts moest.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Staat deze zin in de directe of indirecte rede?

Mevrouw Barneveld zei: "let eens op".

1. directe rede
2. indirecte rede

Steven vroeg of Hans wilde komen op zijn verjaardagsfeestje.

1. directe rede
2. indirecte rede

Hoe ga je van directe rede naar indirecte rede?
Mathijs zei: 'Mijn dure tas is vandaag stuk gegaan'.

De docent zei tegen de klas: 'Goed gedaan!'
Maak van deze zin een indirecte rede.

Maak van de indirecte rede een directe rede.
Niya zei dat de rest Temptation Island VIPS moet gaan kijken.

Welke luistermanier gebruik je om naar een instructie te luisteren?

1. Globaal luisteren
2. Zoekend/gericht luisteren
3. Precies luisteren

Je wilt begrijpen wat je ziet of hoort.

1. Studerend kijken of luisteren
2. Globaal kijken of luisteren
3. Precies kijken of luisteren
4. Zoekend kijken of luisteren