Taal actief thema 4 woordenschat en zin

Gewoonlijk
A
Raar doen
B
Meestal
C
Nooit
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Gewoonlijk
A
Raar doen
B
Meestal
C
Nooit

Slide 1 - Quiz

Tegenwoordig
A
Morgen
B
Gisteren
C
Nu

Slide 2 - Quiz

Klankgroep
A
Losse letters.
B
Stukjes van een woord.
C
Drie zinnen bij elkaar.

Slide 3 - Quiz

Hoeveel klankgroepen?
Aanbreken
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Hoeveel klankgroepen?
Klein
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Hoeveel klankgroepen?
Ervaring
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Een hekel hebben aan.
A
Als je iets heel lekker vindt.
B
Als je ergens helemaal niet van houdt.
C
Als je graag met iemand speelt.

Slide 7 - Quiz

Het vallen van de avond.
A
Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.
B
Morgenavond
C
Het opkomen van de zon, het beginnen van de dag.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De meester maakt een quiz
B
de meester maakt een quiz.
C
De maakt meester een quiz.
D
De meester maakt een quiz.

Slide 9 - Quiz

Wij zijn de leukste klas van de school
A
Woorden staan door elkaar.
B
De zin begint niet met een hoofdletter.
C
De zin eindigt niet met een punt.
D
De zin is helemaal goed.

Slide 10 - Quiz

rekenen is mijn favoriete vak.
A
Woorden staan door elkaar.
B
De zin begint niet met een hoofdletter.
C
De zin eindigt niet met een punt.
D
De zin is helemaal goed.

Slide 11 - Quiz

Na wij taal buitenspelen gaan.
A
Woorden staan door elkaar.
B
De zin begint niet met een hoofdletter.
C
De zin eindigt niet met een punt.
D
De zin is helemaal goed.

Slide 12 - Quiz

Maak een kloppende zin.

Slide 13 - Open question