This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Klaarmaken voor de les
Pak een aantekeningenschrift
Telefoon in de telefoontas
Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen
Meld je aan in lessonup. (met je eigen naam!)
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Aan het eind van de les...
1. Weet je welke voorwaarden er zijn voor een verbranding
2. Weet je hoe je een brand kunt blussen
3. Weet je wat de invloed is van een verbranding op het milieu
Slide 2 - Slide
Planning
Uitleg - max. 15 minuten
Oefenen met de uitleg - 10 minuten.
Proefje - 30 minuten
Vragen maken - rest van de les.
Slide 3 - Slide
Welke 3 voorwaarden zijn er voor een brand.
1. Brandstof
2. Zuurstof
3. Juiste temperatuur. (ontbrandingstemperatuur.)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
2. brand blussen
Om vuur te maken, zijn er dus 3 voorwaarden nodig. Haal je 1 van de voorwaarden weg dan stopt de brand.
Slide 6 - Slide
Brandstof weghalen
Slide 7 - Slide
Temperatuur verlagen
Slide 8 - Slide
zuurstof weghalen
Slide 9 - Slide
Verbranden en het mileu
* Versterkt broeikaseffect door koolstofdioxide
* Zure regen en smog door stikstofoxiden en zwaveloxiden
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
weet jij nu het antwoord op deze vragen?
1. Welke voorwaarden zijn er voor een verbranding
1. brandstof 2. zuurstof 3. ontbrandingstemperatuur. (de temperatuur waarbij de stof gaat branden.)
2. Weet je hoe je een brand kunt blussen
Brandstof of zuurstof weghalen of ontbrandingstemperatuur verlagen.
3. Weet je wat de invloed is van een verbranding op het milieu koolstofdioxide zorgt voor versterkt broeikaseffect. zwaveldioxide en stikstofdioxide zorgt voor smog en zure regen.
timer
3:00
Schrijf dit als aantekeing in je schrift.
Slide 12 - Slide
Als een niet aangestoken kaars op tafel staat, wordt al voldaan aan twee voorwaarden voor het ontstaan van brand.
Welke voorwaarden zijn dit?
A
brandstof en ontbrandingstemperatuur
B
brandstof en zuurstof
C
zuurstof en ontbrandingstemperatuur
Slide 13 - Quiz
wat is geen voorwaarde voor het ontstaan van brand?
A
voldoende zuurstof
B
brandstof aanwezig
C
voldoende stikstof aanwezig
D
de juiste ontbrandingstemperatuur
Slide 14 - Quiz
Als je op de knop van een aansteker duwt, stroomt er gas uit. Als je aan het wieltje draait, zie je ook een vonkje.
Wat doet dit vonkje?
Slide 15 - Open question
Welke voorwaarde haal je weg als je zand op een kampvuur schept
A
brandstof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur
Slide 16 - Quiz
Bij heidebranden worden diepe greppels gegraven om het vuur te doven.
Waardoor zal het vuur uiteindelijk doven?
A
gebrek aan zuurstof
B
ontbrandingstemperatuur verlaagt
C
gebrek aan brandstof
D
het vuur zal niet doven
Slide 17 - Quiz
Welke voorwaarde haal je weg als je een emmer water over een kampvuur gooit
A
brandstof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur
Slide 18 - Quiz
Welke voorwaarde haal je weg als je een brandende pan dooft met een blusdeken
A
brandstof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur
Slide 19 - Quiz
Bij welke brand is het weghalen van de brandstof de slimste optie?