13.3 Transport

13.3 Transport
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

13.3 Transport

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen vorige paragraven
biologiefilmpje van de dag
Uitleg paragraaf 13.3
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

Fotosynthese

                   +                      -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose

Slide 3 - Drag question

Waar bestaat het ademhalingsstelsel van een insect uit, en welke stoffen vervoert het?

Slide 4 - Open question

In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak
over diffusie is juist?

A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie.
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water.
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog.

Slide 5 - Quiz

Sven en Amy zitten in de tuin, het is warm weer. Het is hen opgevallen dat insecten bij warm weer actiever zijn dan bij koud weer. Zij besluiten een proefje te doen. Zij doen beiden dezelfde hoeveelheid aanmaaklimo in een glas, hierna doen zij er eenzelfde hoeveelheid water bij. Ze roeren de limonade niet door. Sven zet zijn glas in de koelkast, Amy zet haar glas buiten neer.
In welk glas is de concentratie aanmaak het snelst in het hele glas gelijk? Leg je antwoord uit, gebruik hierbij het woord diffusie.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen een open en gesloten bloedsomloop;
  • Je leert wat een enkelvoudige en dubbele bloedsomloop is;
  • Je leert de functie van de kleine en grote bloedsomloop bij mensen;
  • Je leert hoe transport van water en stoffen bij planten plaatsvindt.

Slide 8 - Slide

Bloedsomloop insecten
  • Open Bloedsomloop: het bloed omspoelt de organen en de cellen in de weefsels.
  • Een groot bloedvat aan de rugzijde met spieren houdt de stroming in stand.
  • Lucht stroomt in de tracheeën.
  • Hoe komen de cellen aan zuurstof?

Slide 9 - Slide

Bloedvatenstelsel insect

  • Tracheeën vormen een groot netwerk luchtbuizen.
  • Door diffusie gaat zuurstof vanuit de buitenlucht in de tracheeën naar de cellen.
  • Via het bloed worden alleen de voedingsstoffen naar alle cellen vervoerd.
  • Bloed stroomt van achter naar voren en aan de voorkant gaat het bloed het bloedvat uit en stroom het vrij om de cellen.

Slide 10 - Slide

Heeft een insect een open of een gesloten bloedsomloop?
A
Open
B
Gesloten

Slide 11 - Quiz

Hoe vervoeren vissen stoffen?
  • Het bloed vervoert  zuurstof, afvalstoffen en voedingstoffen naar alle cellen.
  • Het hart pompt bloed naar kieuwen en vervolgens naar alle andere organen.
  • Vanuit het verteringsstelsel komen de voedingsstoffen in het bloed.

Slide 12 - Slide

Gesloten enkelvoudige bloedsomloop bij vissen
  • Gesloten bloedsomloop: het bloed stroomt in bloedvaten door het lichaam.
  • Dus niet vrij om de cellen zoals bij een insect.
  • Enkelvoudige bloedsomloop: Bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang één keer het hart passeert.

Slide 13 - Slide

Hoe komt zuurstof bij de cellen?
  • In de organen zijn zeer dunne kleine bloedvaatjes =>
    de haarvaten.
  • In de grote bloedsomloop gaat zuurstof vanuit de
     haarvaten via diffusie naar de cellen =>
    het zuurstofarme bloed stroom terug naar het hart.
  • In de kleine bloedsomloop gaat bloed vanuit het hart
    naar haarvaten in de longen => zuurstof gaat vanuit de
    buitenlucht via diffusie juist naar het bloed in de
    haarvaten.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Dubbele bloedsomloop bij mensen
  • Dubbele bloedsomloop = bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang twee keer het hart passeert. Bestaat uit een kleine en een grote bloedsomloop.

Slide 16 - Slide

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop = (bij mensen) de weg van het bloed bij de opname van zuurstof: van de rechterharthelft via de longen naar de linkerharthelft.
  • Grote bloedsomloop = (bij mensen) de weg van het bloed bij de afgifte van zuurstof: van de linkerharthelft, via de organen naar de rechterharthelft.

Slide 17 - Slide

Overzicht

Slide 18 - Slide

Aan de slag
de eerste 10 minuten in stilte aan het werk.
Daarna mag je overleggen

maken paragraaf 13.3
opdracht 1 tot en met 10
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Hoe vervoeren planten stoffen?
  • Zuigen met hun wortels water en mineralen op 
  • Door de vaten vervoerd 
  • In de bladeren maken ze voedingsstoffen

Vaatbundel(liggen in groepjes)

Slide 20 - Slide

Vaatbundels
  • Lopen van wortel tot in de bladnerven en bloemen, liggen in een kring.

  1. Houtvaten: water en mineralen (binnenring). Stroomrichting= omhoog.
  2. Bastvaten: glucose en andere voedingstoffen (buitenring).

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar het blad
D
Van het blad af

Slide 23 - Quiz

Wat vervoeren de houtvaten?
A
Water en mineralen
B
Water en glucose
C
Water en zuurstof
D
Water

Slide 24 - Quiz

Water stroomt tegen zwaartekracht in (?)
  1. Zuigkracht bladeren:
    Veroorzaakt door het verdampen van de
    huidmondjes.
  2. Worteldruk:
    Wordt veel water opgenomen in de
    houtvaten.
  3. Capillaire werking:
    Het omhoog kruipen van water in dunne
    houtvaten.

Slide 25 - Slide

Welke begrip horen bij welke omschrijving
Zuigkracht
Worteldruk
Capillaire werking
Het water "kleeft"aan de wanden van de dunne buisjes omhoog
De wortels nemen water en mineralen op en drukken dit omhoog in de houtvaten
De bladeren "zuigen" ,door verdamping uit de huidmondjes, de vloeistof omhoog 

Slide 26 - Drag question

Huiswerk
  • Paragraaf 13.3
  • Opdracht 1 t/m 14 

  • Eerder klaar?
  • => oefenen op biologiepagina

Slide 27 - Slide