Tips1. Lees eerst de hele opdracht door.
2. Vertaal woorden die je niet begrijpt (en schrijf ze op).
3. Denk alvast aan woorden die bij het onderwerp passen.
4. De vragen staan altijd in de volgorde waarin ze voorbij komen in de tekst
(dus het antwoord op vraag 3 komt altijd ná vraag 2 in de tekst). Vraag 1
kan een uitzondering zijn, als die over de tekst in het algemeen gaat.