Unit 5 lesson 1

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 5 Lesson 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 5 Lesson 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
- Pak je Engels boek, maar hou deze nog even dicht.
- Pak je ipad en ga naar lesson up.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
- Je kunt na kritisch denken uitleggen hoe je uiteindelijke keuze tot stand is gekomen. 
- Je kunt eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen.
- Je kunt de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website. 

Slide 3 - Slide

3. Mini-check
Verdiept:

Wie maakt de mini-check:


Slide 4 - Slide

Comparisons, which is correct?
A
Bad -> worse -> worst
B
Bad -> badder -> baddest
C
Bad -> worst -> baddest
D
Bad -> worse -> baddest

Slide 5 - Quiz

Which comparison is correct?
A
I'm quicker then him
B
They walk faster then me
C
Please be carefuller next time!
D
I like playing football better than playing hockey

Slide 6 - Quiz

Comparisons:
The King is the ___________
A
more powerful
B
powerfuller
C
powerfullst
D
Most powerful

Slide 7 - Quiz

Plural of:
A
tomatos
B
tomatoe's
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 8 - Quiz

Which comparison is correct?
A
I'm quicker then him.
B
They walk more fast than me.
C
Please be carefuller next time!
D
I like playing football better than playing hockey.

Slide 9 - Quiz

much/many?

...................... time
A
much
B
many

Slide 10 - Quiz

much / many trees
A
much
B
many

Slide 11 - Quiz

Plural of:
A
child
B
childs
C
childrens
D
children

Slide 12 - Quiz

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 13 - Quiz

much/many?

electricity
A
much
B
many

Slide 14 - Quiz

much/many dishes
A
much
B
many

Slide 15 - Quiz

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
heroe's

Slide 16 - Quiz

much / many
trees
A
much
B
many

Slide 17 - Quiz

4. Instructie

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Much/Many

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

5. Begeleid inoefenen
Doorloop samen de opdrachten van lesson 1. 

Slide 24 - Slide

6. Zelfstandig werken
Maak opdracht  1 t/m 15 op blz. 51 t/m 60

Slide 25 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Slide 26 - Slide

Ik snap much/many
A
Yep
B
Nope

Slide 27 - Quiz

Use the right comparison:
> Jessy is ______ my mum.
A
funnyer than
B
funnier than
C
more funny than
D
the most funny

Slide 28 - Quiz

I now understand comparisons ... before class.
A
better than
B
the best
C
good
D
the better

Slide 29 - Quiz

Welke comparison is NIET juist:
A
bad - badder - baddest
B
big - bigger - biggest
C
small - smaller - smallest
D
far - further - furthest

Slide 30 - Quiz

much/many?

electricity
A
much
B
many

Slide 31 - Quiz

Ik kan much/many gebruiken
A
Yep
B
Nope

Slide 32 - Quiz

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 33 - Slide