Renaissance 2
1 / 21
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
middeleeuwen
renaissance
memento mori
carpe diem
theocentrisch
antropocentrisch
estheticisme
inhoud/
boodschap
individualisme
collectivisme (groep)
ridderlijk
burgerlijk
Slide 3 - Drag question
Renaissance betekent letterlijk:
(1 woord)
(1 woord)
Slide 4 - Open question
Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God, maar als iets wat uit hemzelf voortkwam
A
Antropocentrisme
B
Empirisme
C
Humanisme
D
Individualisme
Slide 5 - Quiz
A
Luther
B
Calvijn
C
Erasmus
D
Da Vinci
Slide 6 - Quiz
In de Renaissance kwam er steeds meer aandacht voor taalkunde en geschiedschrijving.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
De Tachtigjarige oorlog was van
A
1548 - 1628
B
1568 - 1648
C
1588 - 1668
D
1608-1688
Slide 8 - Quiz
translatio
imitatio
aemulatio
overtreffen
vertalen
navolgen
Slide 9 - Drag question
Het hoogste ideaal in de Renaissance (een mens die uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur) noemde men ook wel de
A
homo sapiens
B
homo universalis
C
homo erectus
Slide 10 - Quiz
translatio, imitatio en aemulatio zijn termen die horen bij
A
sonnetten
B
toneel
C
pamfletten
D
Statenbijbel
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Wat is een kenmerk van een sonnet?
A
14 versregels
B
Volta
C
Vast rijmschema
D
Lyrisch
Slide 13 - Quiz
Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14
Slide 14 - Quiz
Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm
Slide 15 - Quiz
Het rijmschema van een Petrarca sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
ABBA ABBA DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Hoe uitte het estheticisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen
