LL M3 deel 2 (sonnet t/m reisverhalen)

Renaissance (deel 2)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Renaissance (deel 2)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Literarire ontwikkelingen/ Sonnet

Slide 3 - Slide

Literaire ontwikkelingen/ Sonnet
Het sonnet:
- heeft altijd 14 versregels
- versregels worden verdeeld over octaaf (=8) en sextet (=6).
- octaaf kan worden verdeeld in twee kwatrijnen (=4)
- sextet kan worden verdeeld in twee strofen van drie (=terzet bij een sonnet)
-twee vormen -> klassiek sonnet= petrarcasonnet (onstaan in Italië)
                               ->shakesspearesonnet (variatie op klassiek sonnet)
-chute/ volta->inhoudelijke verandering (kan een tegenstelling zijn)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is een kenmerk van een sonnet?
A
14 versregels
B
Volta
C
Vast rijmschema
D
Lyrisch

Slide 6 - Quiz

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14

Slide 7 - Quiz

Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm

Slide 8 - Quiz

Het rijmschema van een Petrarca sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
ABBA ABBA DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD

Slide 9 - Quiz

Puntdicht/ Epigram
= kort bondig gedicht met woordspeling
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 10 - Slide

Puntdicht/Epigram
kort gedicht (sneldicht): 
-van oorsprong Grieks
-letterlijke betekenis=opschrift
-oorspronkelijk inscriptie op 
grafstenen etc.
Grafschrift:
Viater, viater!
Quod tu es, ego fui. Quod nunc sum, et tu eris.

Reiziger, reiziger!
Wat jij bent, was ik. Wat ik nu ben, zul jij ook zijn.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Literaire ontwikkelingen/ Liederen en liedboeken
Veel teksten uit de 16e en 17e eeuw waren bedoeld om gezongen te worden. 

Eind 16e eeuw -> liederen verzameld -> liedboeken (klein/ makkelijk mee te nemen/ verschillende onderwerpen/ anoniem auteurs)
Begin 17e eeuw -> Liedboeken voor specifieke doelgroep: de jeugd (grote, royaal uitgevoerde luxe liedboeken/ thema: liefde)

Bekend liedboek uit die tijd is Groot Lied-boeck (1622) van G.A. Bredero

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Literaire ontwikkelingen/ Didactische verhalen
Didactische verhalen= spannende of ontroerende verhalen  (vaak op rijm) , gecombineerd met morele lessen en algemene waarheden.

Voorbeeld: Houwelick (1625) Jacob Cats -> rol van de vrouw= huishouden leiden en kinderen opvoeden

Slide 15 - Slide

Literaire ontwikkelingen / Reisverhalen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Een andere vaarroute: niet onderlangs, maar bovenlangs
Circa 1450 Fra Mauro:  Italiaanse geestelijke maakt een kaart van de wereld (plat?)  ->

1572 Typus Orbis Terrarum:  deze wereldkaart geeft weer hoe ze in die tijd denken -> de kaart is zo getekend dat het lijkt dat je bovenlangs kan in plaats van langs Spanje (=gevaarlijk).




Slide 18 - Slide

Willem Barentz probeert meerder malen de noordoostpassage te vinden. Bij derde poging komt zijn schip net voorbij de noorpunt van Nova Zembla vast te zitten 1596-1597 -> boek Overwintering op Nova Zembla door Gerrit de Veer =droge rapportage

1601 kaart van Nova Zembla van De Bry en De Veer. Het vage gedeelte links van de kaart geeft aan dat ze niet weten wat daar is -> wie weet een route?


Slide 19 - Slide

De noordelijke route lukt niet, dan maar weer via de gevaarlijke zuidelijke route
1646 schipper Bontekoe vertrekt met zijn schip De Hoorn. Dit verhaal , Het journaal van Bontekoe, is minder logboek (=Overwintering op Nova Zembla) en meer roman (verhaallijn met opbouw/ climaxen)

Kenmerk -> je ziet de godsvrucht erin  (bidden en dan vliegende vissen eten = God/ tijdens aanval moordenaarsdorp steekt opeend wind op =God)

Slide 20 - Slide

Doen
-Lees in groepjes (2 personen) boek 4
-Bekijk de beoordeling van de eindopdracht
-Maak de eindopdracht en lever die in op woensdag 13 mei (week 19)




Slide 21 - Slide

Boek en eindopdracht
Boek 4 Het journaal van Bontekoe:
https://www.dbnl.org/tekst/nijg001jour01_01/nijg001jour01_01_0002.php#2



Eindopdracht bij boek 4:
mindmap

Slide 22 - Slide

Eindopdracht (mindmap)
Literaire mindmap
Je maakt een literaire mindmap over je boek. De mindmap moet een kort overzicht geven van het boek. In de mindmap richt je je op de hoofdzaken. Je geeft alle informatie kort en bondig weer, bij voorkeur in steekwoorden.

Slide 23 - Slide

  1. De literaire mindmap is een voornamelijk grafische voorstelling van een gelezen
boek.
2. In het midden van de literaire mindmap staat de titel van het boek, plus een tekening of afbeelding die het boek typeert.
3. Vanuit dat midden ontspringen acht takken. Elk van die takken heeft een andere
kleur.
4. De takken corresponderen met literaire aspecten. Met de klok mee: gebeurtenissen, personages, bijpersonen, tijd en ruimte, vertelinstantie/focalisatie, thema, motieven, eindoordeel per groepslid.


5. De takken worden gevuld met citaten uit het boek, steekwoorden, tekeningetjes, afbeeldingen. De takken kunnen zelf ook weer vertakken.
6. Het formaat van de literaire mindmap is A3, zodat er genoeg ruimte is voor alle vertakkingen, tekeningen en afbeeldingen. Het is toegestaan een digitale mindmap te maken. Dit overleg je eerst met je docent.

Slide 24 - Slide

Let op:
-Lees de opdracht goed door.
-Bekijk het beoordelingsformulier bij deze opdracht.
-Zorg dat je de opdracht uiterlijk inlevert op woensdag 13 mei (week 20)

Slide 25 - Slide

Beoordeling mindmap

Slide 26 - Slide

Even kort herhalen 
Herhalen van de theorie boek Laagland module 3 en de LessonUp

Slide 27 - Slide

middeleeuwen
renaissance
memento mori
carpe diem
theocentrisch
antropocentrisch
estheticisme
inhoud/
boodschap
individualisme
collectivisme (groep)
ridderlijk
burgerlijk

Slide 28 - Drag question

Renaissance betekent letterlijk:
(1 woord)

Slide 29 - Open question

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God, maar als iets wat uit hemzelf voortkwam
A
Antropocentrisme
B
Empirisme
C
Humanisme
D
Individualisme

Slide 30 - Quiz


A
Luther
B
Filips II
C
Erasmus
D
Da Vinci

Slide 31 - Quiz

Hoe uitte het estheticisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 32 - Quiz

In de Renaissance kwam er steeds meer aandacht voor taalkunde en geschiedschrijving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

De Tachtigjarige oorlog was van
A
1548 - 1628
B
1568 - 1648
C
1588 - 1668
D
1608-1688

Slide 34 - Quiz

translatio
imitatio
aemulatio
overtreffen
vertalen
navolgen

Slide 35 - Drag question

Het hoogste ideaal in de Renaissance (een mens die uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur) noemde men ook wel de
A
homo sapiens
B
homo universalis
C
homo erectus

Slide 36 - Quiz

translatio, imitatio en aemulatio zijn termen die horen bij
A
sonnetten
B
toneel
C
pamfletten
D
Statenbijbel

Slide 37 - Quiz