What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalverzorging spelling H3
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
*Stam = hele werkwoord – en.
Let op! Soms moet je de stam wat aanpassen voordat je de goede ik-vorm hebt.
Voorbeeld: Lopen –en = lop. Hier maken we loop van.
**Jij/je erachter
Je schrijft de stam als je jij kunt vervangen door je en andersom
Voorbeeld:
Loop jij snel? Loop je snel?
Loop je zus snel? Loop jij zus snel?
Slide 2 - Slide
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Emma (verzenden) een e-mail
A
verzend
B
verzendt
C
verzent
D
verzentd
Slide 3 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
Mijn oma (verhuizen) naar een bejaardenhuis.
A
verhuisd
B
verhuizen
C
verhuist
D
verhuiz
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
Het meisje (vallen) van haar step.
A
valt
B
viel
C
vald
D
valdt
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
Het vliegtuig (landen) op Sardinië.
A
lant
B
landde
C
land
D
landt
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
(kleden) jij je altijd om na het fietsen?
A
Kleedt
B
kleed
C
kleden
D
kleedde
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
(kleden) jij je altijd om na het fietsen?
A
Kleedt
B
Kleed
C
Kleden
D
Kleedde
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
Het huis (branden) helemaal af.
A
brant
B
brand
C
brandde
D
brandt
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?
(Landen) jij morgen op Corsica?
A
lant
B
landde
C
land
D
landt
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling klas 1 voor oefentoets
May 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
week 3 werkwoordspelling
March 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling tegenwoordige en verleden tijd
March 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
lesson up voor vraag 24, 25, 26 en 27
November 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Werkwoorden tegenwoordige en verleden tijd
October 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Week 42-1e Les
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2