Trede 4 - hh landen & seizoenen

Weet je het nog?
Doelen:
- je kunt vragen stellen en beantwoorden over landen en seizoenen
- je kent de namen van landen en seizoenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Weet je het nog?
Doelen:
- je kunt vragen stellen en beantwoorden over landen en seizoenen
- je kent de namen van landen en seizoenen

Slide 1 - Slide

Sleep de seizoenen naar de goede plek.
zomer
herfst
winter
lente

Slide 2 - Drag question

Wat is je favoriete land?
Waarom?
Wat vind je leuk om te doen in de zomer?
Wat is je favoriete seizoen?
Quelle est ta saison préférée?
Pourquoi?
Qu'est-ce que tu aimes faire l'été?
Quelle est ton pays préféré?

Slide 3 - Drag question

Wat betekent:
Quelle est ta saison préférée?
A
Wie is jouw favoriete docent?
B
Wat is jouw favoriete maand?
C
Wat is jouw favoriete seizoen?
D
Wat is jouw favoriete serie?

Slide 4 - Quiz

Hoe kun je antwoord geven op:
Quelle est ta saison préférée?
A
C'est l'hiver
B
C'est mon chien
C
C'est mon frère
D
C'est formidable

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je antwoord geven op:
Qu'est-ce que tu aimes faire en hiver?
A
J'aime faire du ski
B
J'aime faire la natation
C
J'aime me bronzer

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je antwoord geven op:
Quel est ton pays préféré?
A
J'aime les bonbons
B
J'aime la nature
C
J'aime l'Espagne

Slide 7 - Quiz

Jouw favoriete land is Frankrijk. Hoe zeg je 'Frankrijk' in het Frans?

Slide 8 - Open question

en Duitsland?

Slide 9 - Open question

Landen en voorzetsels
Hoe zeg je in / naar + land of stad?

Slide 10 - Slide

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        Je vais à New-York

Slide 11 - Slide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique  En Asie
        En Europe  En Amérique
        En Océanie
        

Slide 12 - Slide

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 13 - Slide

Pays 
  • 'En
  • Féminin (vrouwelijk)
  • Eindigen op een 'e'
    (en Espagne) (en France)

Slide 14 - Slide

Pays
  • 'au'
  • Masculin (mannelijk)
  • Eindigt niet op een e 
    ( au Danemark) ( au Canada, au Pérou, au Japon) 

Slide 15 - Slide

Pays
  • Aux
  • Pluriel (meervoud, eindigt meestal op een -s)

Voorbeeld: 
        Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 16 - Slide

Résumé
À =  dorp en steden
En = continenten en vr. landen
Au = mannelijke landen
Aux = Landen meervoud

Slide 17 - Slide

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Rotterdam
Etats-Unis
Londres
Espagne
Maroc
Canada
France
Pays-Bas

Slide 18 - Drag question

Nog lastig?
Bekijk het filmpje hierna.
Gebruik je koptelefoon of oortjes.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Hoe zeg je dat je in België bent?
Je suis ...
A
... à Belgique
B
... au Belgique
C
... en Belgique
D
... aux Belgique

Slide 21 - Quiz

Hoe zeg je dat je naar Tokyo gaat?
Je vais ...
A
... à Tokyo
B
... au Tokyo
C
... en Tokyo
D
... aux Tokyo

Slide 22 - Quiz

Hoe zeg je dat je in Portugal bent?
A
Je suis à Portugal
B
Je suis au Portugal
C
Je suis en Portugal
D
Je suis aux Portugal

Slide 23 - Quiz

Hoe zeg je dat je naar de VS gaat?
Je vais ...
A
... à Etats-Unis
B
... au Etats-Unis
C
... en Etats-Unis
D
... aux Etats-Unis

Slide 24 - Quiz

Hoe zeg je dat je naar Duitsland gaat?
Je vais ...
A
... à Allemagne
B
... au Allemagne
C
... en Allemagne
D
... aux Allemagne

Slide 25 - Quiz

Heb je volgende keer nog uitleg of oefening nodig over de landen & seizoenen?
Ja, graag.
Nee, het gaat goed zo.
Misschien een beetje

Slide 26 - Poll

Vakantiebericht
Je kunt nu bezig met je vakantiebericht.
Als je de zinnen niet meer (goed) weet, 
kijk dan in de Learning Portal.

Slide 27 - Slide