Les over gewicht

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les gaan de leerlingen oefenen met meten en wegen. 
Leerdoelen
Je kent verschillende gewichtsmaten
Je kunt gewichtsmaten omrekenen


Slide 2 - Slide

De leerdoelen worden benoemd.
De voorkennis wordt geactiveerd door verschillende vragen te stellen die de leerlingen schrijven op een wisbordje. 
Dit gaat vooral over een maatbeker, liter, kilo, pond en ons en grammen. 
Ook de vraag waarom het nodig is om nauwkeurig af te wegen. 
Meten en wegen

Slide 3 - Slide

Meten en wegen dat doe je met een weegschaal, gewone of een digitale
Om recepten te kunnen lezen en uit te voeren is het belangrijk om wat te weten over maten en gewichten.
In de Franse tijd werd het metrieke stelsel ingevoerd. Overal gelden nu dezelfde maten en gewichten.

Recepten lezen! 


In de Franse tijd werd het metrieke stelsel ingevoerd. 
Overal gelden nu dezelfde maten en gewichten, 
uit eenheden van 10 opgebouwd: 
1 meter = 10 decimeter 
1 decimeter = 10 centimeter, etc.

Slide 4 - Slide

Door het metriek stelsel wordt overal ter wereld dezelfde maten aangehouden. 

Slide 5 - Slide

uitleg hoe dit werkt, met sprongen van 10 of delen door 10
1 liter (l) = 10 deciliter (dl) = 100 centiliter (cl) = 1000 milliliter (ml/cc)

1 dl = 10 cl = 100 ml

1 cl = 10 ml (10 cc)

Slide 6 - Slide

De vorige dia nog een keer uitgelegd. 
Voorraad?
De kleinste hoeveelheid die een gast kan bestellen in een restaurant wordt ook wel een verstrekking eenheid (vse) genoemd. Bijvoorbeeld: 1 verstrekking eenheid “koffie in een kopje” is 125 ml.

Slide 7 - Slide

VSE is een verstrekkingseenheid
Handig om te benoemen. Dit is goed voor het voorraadbeheer. 
Vraag
In de kan van een restaurant zit nog 1 liter koffie. 
Hoeveel kopjes van 125 ml kun je hiermee vullen?

Slide 8 - Slide

8 kopjes
Benaming gewicht
Kilogram

 


1 kilo =                  1 pond  =          1 ons =
1000 gram          500 gram         100 gram

Slide 9 - Slide

Kilo pond en ons , het filmpje gaat niet meer uit je geheugen
Opdracht Wegen maken.
Even checken of je nu echt het verschil weet 
tussen kilo, pond en ons!

Slide 10 - Slide

De opdracht krijgen de leerlingen uitgedeeld. Daarin staan oefeningen voor kilo pond en ons
5 minuten tijd om te maken
Omrekenen van recepten

Slide 11 - Slide

omrekenen van recepten is een examenonderdeel. Maar ook handig voor thuis als er mensen komen eten. of als je werkt in een keuken

Slide 12 - Video

In dit filmpje wordt uitgelegd hoe je een recept moet omrekenen.
Belangrijk is om altijd eerst terug te rekenen naar 1 en dan naar meer.

Maken opdracht 2
Carousel
Rekenen met recepten
wegen van eetlepel bloem
Wegen van theelepel bloem


Slide 13 - Slide

In de klas is een kleine carrousel van wegen van bloem, theelepel en eetlepel
Meten van water, uitreken met behulp van m&m's en paaseieren.
2 minuten per opdracht en dan doordraaien.

Leerdoelen
Je kent verschillende gewichtsmaten
Je kunt gewichtsmaten omrekenen


Slide 14 - Slide

De leerdoelen worden gecheckt door een paar vragen te stellen die de leerlingen weer schrijven op het wisbordje.