Quiz blok 5 en 6

Wat is een blessure?
'Zoek je antwoord op blz. 317, 249
1 / 26
next
Slide 1: Open question
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is een blessure?
'Zoek je antwoord op blz. 317, 249

Slide 1 - Open question

Hoe meer je rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

De meest bekende zweepslag is een scheurtje in:
A
je armbuigspier
B
je bilspier
C
je kuitspier
D
je armtrekspier

Slide 3 - Quiz

Waardoor krijg je spierpijn?
A
Weinig afvalstoffen in je spier
B
overbelasting
C
spierkramp
D
Veel afvalstoffen in je spier

Slide 4 - Quiz

Waarmee loop je geen risico op blessures?
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwende hardloopschema
C
Lelijke sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 5 - Quiz

Waar staat AED voor?
A
Automatische Externe Defibrillator
B
Algemene Externe Defibrillator
C
Algemeen Exclusief DNA
D
Astma Epilepsie (syn)Droom

Slide 6 - Quiz

Wat bedoelen we met de bloeddruk?

Slide 7 - Open question

Wat zou een gevolg kunnen zijn van een hoge bloeddruk?
A
alle drie de antwoorden
B
een herseninfarct
C
een hersenbloeding
D
hartfalen

Slide 8 - Quiz

Welke voedingsstof eet je minder als je een hoge bloeddruk hebt?
A
Peper
B
Suiker
C
Vet
D
Zout

Slide 9 - Quiz

Een gevolg van lage bloeddruk kan zijn dat je bij het opstaan even een beetje duizelig bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Een blaasontsteking kun je bestrijden met antibiotica
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Wat is een blaasontsteking?

Slide 12 - Open question

Wat is een zorgvrager?
A
de dokter
B
de mantelzorger
C
patiënt

Slide 13 - Quiz

Wat is een zorgverlener?
A
de patiënt
B
jij
C
de dokter
D
tandarts

Slide 14 - Quiz

Wat is een transfertechniek??

A
Rolstoel
B
Rollator
C
Tillift
D
draaischijf

Slide 15 - Quiz

Wat bedoelen we met de bloeddruk?

Slide 16 - Open question

Welke voedingsstof eet je minder als je een hoge bloeddruk hebt?
A
Peper
B
Suiker
C
Vet
D
Zout

Slide 17 - Quiz

Een gevolg van lage bloeddruk kan zijn dat je bij het opstaan even een beetje duizelig bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Uit welke twee onderdelen bestaat de bloeddruk?

Slide 19 - Open question

Als helpende zorg geef je persoonlijke verzorging aan cliënten.
Welke werkzaamheid hoort bij persoonlijke verzorging?
A
boodschappen doen
B
ramen zemen
C
lichaamstemperatuur meten
D
gezinswas doen

Slide 20 - Quiz

Wat betekend ADL
A
Alle dagen lol
B
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
Algemene dagen lief
D
Algemene dagelijkse leven

Slide 21 - Quiz

Uit hoeveel procent water bestaat het menselijk lichaam?

Slide 22 - Open question

Wat is het verschil tussen medicijnen op doktersrecept en vrij verkrijgbare medicijnen?

Slide 23 - Open question

Wat is een bijsluiter?
A
medicijnen
B
briefje bij een medicijn
C
conditie
D
dieet

Slide 24 - Quiz

Kunnen medicijnen je rijvaardigheid beïnvloeden?
A
Ja, alle medicijnen
B
Nee
C
Ja, sommige medicijnen
D
Alleen als je ze samen met alcohol gebruikt.

Slide 25 - Quiz

Je moet een zorgdossier lezen over het gebruik van medicijnen van een cliënt. Wat moet je weten over de medicijnen?
A
Wanneer moeten de medicijnen worden ingenomen?
B
Mag de cliënt de medicijnen weggeven?
C
Hoe zien de medicijnen eruit?
D
Mag de cliënt de medicijnen weggooien?

Slide 26 - Quiz