This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Maandag 12 april 2021
09.00 - 09.30 uur Inloop
13.00 - 14.00 uur Rekenen
09.30 - 10.15 uur Woordenschat
Woorden thema 20 Straatcultuur
14.00 - 14.30 uur Disk taak
10.15 - 10.30 uur Pauze
14.30 - 15.00 uur Jeugdjournaal
10.30 - 12.30 uur Drama
12.30 - 13.00 uur Pauze
Slide 1 - Slide
Zoek de valse
Welk woord is verkeerd geschreven?
Schrijf dit woord GOED op je wisbordje!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Straatcultuur.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 13 - Slide
plotseling
opeens;
zonder waarschuwing vooraf;
snel en niet verwacht;
Zin: Mijn beste vriend stond plotseling naast mij. Daar schrok ik van.
Slide 14 - Slide
ontevreden
niet blij, gelukkig;
tegengestelde van: tevreden;
on = niet
Zin: Wij zijn ontevreden over het feit dat we nu buiten moeten sporten.
Slide 15 - Slide
de jongere
iemand die ongeveer tussen de 14 en 20 jaar oud is;
meervoud: de jongeren
zin: Op onze school zitten alleen maar jongeren.
Slide 16 - Slide
de puber
Jongeren die richting volwassen gaan;
Leeftijd is ongeveer tussen de 13 en 18 jaar;
Meervoud: pubers
Zin: Als een jongere lastig gedrag laten zien, worden zij ook wel pubers genoemd.
Slide 17 - Slide
de oudere
iemand met een hoge leeftijd;
meervoud: de ouderen
tegenstelling: de jongere
zin: De oudere vinden het vaak niet fijn om in het donker alleen op straat te lopen.
Slide 18 - Slide
Maak de zin af: Ik ben ontevreden over..........
Slide 19 - Open question
Zoek een foto van: een grappige oudere (man of vrouw)
Slide 20 - Open question
In welke zin wordt het woord plotseling goed gebruikt?
A
Ik heb morgen een afspraak. Ik moet dan plotseling weg.
B
Ik had gisteren een belangrijke afspraak. Ik moet plotseling weg.
C
Vanmiddag heb ik een afspraak. Ik moet dan plotseling weg.
D
Mijn moeder belt. Zij heeft nu voor mij een afspraak gemaakt en ik moet plotseling naar huis.
Slide 21 - Quiz
Waar zie je: de jongere
A
B
C
D
Slide 22 - Quiz
Hoe oud zijn de mensen die we puber noemen?
Slide 23 - Open question
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 24 - Slide
Mensen die al op leeftijd zijn, bijvoorbeeld 60 jaar en ouder, noemen wij de.................
Slide 25 - Open question
Mijn docent zei..................: We hebben nu een toets. Ze heeft ons niet eens gewaarschuwd....
Slide 26 - Open question
Ik was vroeger een lastige.......... Ik luisterde nooit naar mijn ouders.
Slide 27 - Open question
De oudere vroeg aan de .................: Hoe werkt dat nu, zo'n mobiele telefoon?
Slide 28 - Open question
De leerlingen zijn bijna altijd .............. over de sport: de les is te kort, te lang, stom, buiten......
Slide 29 - Open question
Zinnen maken
Maak zinnen met de woorden.
Regels:
- denk aan de leestekens en hoofdletters;
- je schrijft minimaal 3 zinnen
De woorden: de jongere, plotseling, de oudere, de puber, ontevreden
Slide 30 - Slide
Zoek de dieren in de zin
Waar in de zin staan de dieren?
Voorbeeld:
Hij is de laatste tijd erg moe. Hij slaapt wel tot elf uur.
Slide 31 - Slide
Pauze
Pauze
timer
15:00
Slide 32 - Slide
Drama
Slide 33 - Slide
Pauze
Pauze
timer
30:00
Slide 34 - Slide
Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.
Maar eerst: Quizlet hoofdrekenen
Slide 35 - Slide
https:
Slide 36 - Link
Disk taak: spreken
Wat vind jij hiervan?
Luister goed naar de docent en kijk naar het voorbeeld.
Slide 37 - Slide
Wat vind jij hiervan?
Een groepje jongeren hangt op straat. Jamila is een van hen. Ali komt langs. Hij spreekt zijn zusje Jamila op agressieve toon aan en zegt dat ze moet meekomen. Jamila wil niet mee.
Mag een meisje hangen op straat? Is het normaal dat een broer zo reageert op zijn zus? En een meisje zo op haar broer?
Een groepje jongeren hangt op straat. Een meisje loopt langs. Een van de jongeren (Kees) begint het meisje na te fluiten en na te roepen. Het meisje reageert niet. Kees wordt steeds brutaler en agressiever.
Mag je fluiten naar meisjes op straat? Wat mag je wel/wat mag je niet roepen?
Een groepje jongeren hangt op straat naast een flat. Het is 22.00 uur. Ze praten hard en luisteren naar muziek. Een mevrouw, bewoner van de flat, komt naar buiten. Ze spreekt de jongeren aan. De jongeren luisteren niet.
Vind je dat de mevrouw van de flat gelijk heeft? Wat vind je van de reactie van de jongeren?
Slide 38 - Slide
Wat kan je zeggen?
Je wil dat iemand ophoudt. Wat kun je zeggen? Geef voorbeelden
Doe eens normaal!
Hou eens op!
Blijf van me af!
Stop ermee!
Zo is het genoeg.
Schei eens uit!
Slide 39 - Slide
Wat kan je zeggen?
Iemand zegt dat je iets niet mag doen. Wat kun je zeggen?
Sorry!
U heeft gelijk.
Je hebt gelijk.
Oké.
Ik zal het niet meer doen.
Het zal niet meer gebeuren.
Slide 40 - Slide
Jeugdjournaal
We kijken het Jeugdjournaal. Maak drie vragen over het Jeugdjournaal. Stel deze vragen aan een klasgenoot. Weet je klasgenoot het antwoord?