- Het cijfer telt niet mee in magister, maar wordt wel genoteerd en het geeft ons een indicatie hoe goed je de lesstof begrepen en geleerd hebt.
Succes!!
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Toets H4. Voortplanting
- Lees de vragen goed
- Je hebt alle tijd
- Het cijfer telt niet mee in magister, maar wordt wel genoteerd en het geeft ons een indicatie hoe goed je de lesstof begrepen en geleerd hebt.
Succes!!
Slide 1 - Slide
In de afbeelding zie je alleen primaire geslachtskenmerken
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Tijdens een zwangerschap blijft het bloed van de moeder en van het embryo gescheiden.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Tijdens de zwangerschap blijven de menstruaties doorgaan.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Bekijk de navelstreng. De bloedvaten 1 en 2 bevatten zuurstofarm bloed, bloedvat 3 bevat zuurstofrijk bloed. Horen de bloedvaten 1 en 2 bij de moeder?
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Bekijk nogmaals de afbeelding van de navelstreng
Bevat Bloedvat 3 meer voedingsstoffen dan de bloedvaten 1 en 2?
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
In het voorvocht voor een zaadlozing kunnen zaadcellen zitten.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Rechts zie je een embryo tijdens de zwangerschap.
Welke letter geeft de placenta aan?
A
P
B
Q
C
R
Slide 9 - Quiz
Gedurende de ontwikkeling van jongen tot man dalen de teelballen af vanuit de buikholte naar het scrotum (balzak). Dit is te zien aan de ligging van een van de volgende organen. Aan de ligging van welk orgaan is te zien dat de teelballen zijn ingedaald in de balzak?
A
aan de ligging van de urinebuis
B
aan de ligging van de zaadblaasjes
C
aan de ligging van de zaadleiders
Slide 10 - Quiz
Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen
Slide 11 - Quiz
Hoe heet het deel van de mannelijk geslachtsorgaan aangegeven met nummer 4?
A
Zaadblaasje
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Prostaat
Slide 12 - Quiz
Welk onderdeel van het mannelijk geslacht zorgt voor een erectie?
A
Zaadleider
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Urinebuis
Slide 13 - Quiz
Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
clitoris
B
vagina
C
kleine schaamlippen
D
grote schaamlippen
Slide 14 - Quiz
Waar worden eicellen geproduceerd bij het vrouwelijke voortplantingsstelsel?
A
In de vagina
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de eierstokken
Slide 15 - Quiz
In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok
Slide 16 - Quiz
In de afbeelding zijn de voortplantingsorganen van een vrouw schematisch getekend. Het voorbehoedmiddel is een spiraaltje.
Hoe heet het orgaan waarin het spiraaltje zich bevindt?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok
Slide 17 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Op welke manier voorkomt een spiraaltje een zwangerschap?
A
Sperma kan niet in de eileider komen.
B
De zaadcellen in het sperma worden door het spiraaltje gedood.
C
Het voorkomt dat een embryo kan innestelen.
D
Het voorkomt de bevruchting van de eicel.
Slide 18 - Quiz
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
in de penis
B
in de prostaat
C
in de teelballen
D
in de zaadblaasjes
Slide 19 - Quiz
Bij een man treden de volgende ziekteverschijnselen op: afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen en pijn in de balzak. Welke van de onderstaande seksueel overdraagbare aandoeningen heeft deze man waarschijnlijk opgelopen?
A
Aids.
B
Chlamydia.
C
Syfilis.
Slide 20 - Quiz
Noteer op je antwoordblad de juiste namen achter de nummers 1 t/m 5.
Slide 21 - Open question
Roken is schadelijk voor de gezondheid. Daarom staan er op de verpakkingen van sigaretten waarschuwingen. Een van deze waarschuwingen is: ‘Roken kan het sperma beschadigen en vermindert de vruchtbaarheid.’ De zaadcellen, die gevormd zijn onder invloed van hormonen, worden minder beweeglijk. Welke hormoonklier maakt de hormonen die de productie van zaadcellen stimuleren?
Slide 22 - Open question
Roken is schadelijk voor de gezondheid. Daarom staan er op de verpakkingen van sigaretten waarschuwingen. Een van deze waarschuwingen is: ‘Roken kan het sperma beschadigen en vermindert de vruchtbaarheid.’ De zaadcellen, die gevormd zijn onder invloed van hormonen, worden minder beweeglijk.
Leg uit dat de vruchtbaarheid van een man vermindert als de zaadcellen minder goed bewegen.
Slide 23 - Open question
Deze afbeelding van het baarmoederslijmvlies hoort bij de volgende vraag
Slide 24 - Slide
In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw. Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
A
Op dag 1-5.
B
Op dag 6-10.
C
Op dag 12-16
D
Op dag 16-20
Slide 25 - Quiz
In de morning-afterpil zitten minder hormonen dan in de gewone anticonceptiepil.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Tijdens welke fase van de geboorte treden persweeën op?
A
Tijdens de ontsluiting.
B
Tijdens de uitdrijving
C
Tijdens de nageboorte.
Slide 27 - Quiz
deze afbeelding hoort bij de volgende vraag
Slide 28 - Slide
Door een nieuwe techniek kan een man met verstopte zaadleiders toch een kind verwekken. Er worden dan met een dunne naald zaadcellen opgezogen uit het orgaan dat is aangegeven met de letter S.
Welk orgaan is aangegeven met de letter S?
Slide 29 - Open question
Een man en een vrouw willen geen kinderen krijgen. Zij hebben de keuze uit verschillende methodes en vergelijken deze met elkaar. Methode 1: bij de geslachtsgemeenschap trekt de man zijn penis vlak voor de zaadlozing terug uit de vagina van de vrouw. Methode 2: het dagelijks innemen van de 'pil' door de vrouw. Na vergelijking kiezen ze voor methode 2. Geef een argument om voor methode 2 te kiezen
Slide 30 - Open question
Een zwangere vrouw neemt een geneesmiddel in. Dit geneesmiddel komt in haar bloed terecht. Komt dit geneesmiddel ook terecht in de foetus? Leg je antwoord uit.
Slide 31 - Open question
Een zwangere vrouw kan een vruchtwateronderzoek laten uitvoeren als zij wil weten of er bepaalde erfelijke afwijkingen bij het embryo voorkomen. Met een injectienaald wordt dan wat vruchtwater opgezogen. In dit vruchtwater zweven cellen. Deze cellen worden onderzocht op afwijkingen.
Moeten deze cellen eerst worden gescheiden in cellen van de moeder en cellen van het embryo, of is dat niet nodig? Leg je antwoord uit.
Slide 32 - Open question
Een meisje is lesbisch. Met welk ander woord wordt de seksuele voorkeur van dit meisje aangegeven?
Slide 33 - Open question
Bevruchting vindt plaats in de baarmoeder.
A
Juist
B
onjuist
Slide 34 - Quiz
Iemand is besmet met de veroorzaker van aids, maar is nog niet ziek. Hoe noem je iemand die besmet is maar nog geen Aids heeft ontwikkeld?
Slide 35 - Open question
In welk deel vindt de bevruchting plaats
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 36 - Quiz
In de afbeelding zie je een aantal organen van het voortplantingsstelsel van de man getekend. In de afbeelding zijn pijlen getekend. In welke richting worden zaadcellen afgevoerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 37 - Quiz
Voordat zaadcellen het lichaam verlaten tijdens een zaadlozing moeten ze in het lichaam een lange weg afleggen. Ook komen er op bepaalde mometen vocht en of voedingsstoffenbij.
Zet de stappen waarin zaadcellen zich door het mannelijke voortplantingsstelsel bewegen in de juiste volgorde.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
zaadleider
urinebuis
bijbal
zaadblaasje voegt vocht en voedingsstoffen toe
zaadbal
prostaat voegt vocht toe
Slide 38 - Drag question
Welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan prikkels opvangen die leiden tot een orgasme?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Baarmoeder
D
Clitoris
Slide 39 - Quiz
In afbeelding hiernaast zie je vier tekeningen van de stadia in de cyclus van een vrouw. Wat is de juiste volgorde van de veranderingen in de baarmoeder gedurende de menstruatiecyclus?
A
H-G-E-F
B
G-E-F-H
C
G-F-H-E
D
H-G-F-E
Slide 40 - Quiz
Hier staan drie beweringen over de betekenis van het vruchtwater voor het embryo: 1 Door het vruchtwater wordt het embryo beschermd tegen schokken. 2 Uit het vruchtwater neemt het embryo de benodigde zuurstof op. 3 In het vruchtwater kan het embryo zich gemakkelijk bewegen. Welke van deze beweringen zijn juist?