Ma copine
m'a raconté que ...
Mijn vriendin vertelde mij dat ... / heeft mij verteld dat ...
Non, je ne peux pas le croire!
Nee, ik kan het niet geloven!
... personne n'osait lui parler.
... niemand durfde met haar te praten.
... je lui ai parlé.
... ik heb met haar gepraat.