Les 4

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4

Even voorstellen

Wie ben ik? 
Stel maar vragen en dan kom je erachter!

 

planning

nabespreken
leerdoelen
theorie

opdracht

evaluatie

huiswerk

Nabespreken

Zijn er vragen naar aanleiding van vorige les?

leerdoelen

De student

- Geeft een omschrijving van wat de gemeenschappelijke kenmerken van een cel zijn

- Licht toe wat het begrip ‘organellen’ betekent en kan de volgende structuren herkennen in een

afbeelding van de cel en hun functies benoemen:

- Celkern, - Endo-plasmatisch reticulum (ER) - Het golgi-apparaat

- Mitochondriën - Lysosomen, ribosomen en centrosomen

- Legt uit hoe de celmembraan is opgebouwd en welke functies deze heeft

- Legt uit wat de begrippen ‘intracellulair’ en ‘extracellulair’ betekenen

- Legt uit wat ‘passief transport’ betekend en kan de begrippen ‘osmose’ en ‘diffusie’ hieraan

koppelen

- Legt uit wat ‘actief transport’ inhoudt en kan de begrippen ‘enzymatische pomp (celreceptoren)’ en ‘blaasjestransport (lysosoom)’ hieraan koppelen

theorie

een cel is de kleinse bouweenheid van het lichaam die nog zelfstandig kan functioneren.

heel veel verschillende type cellen, ieder met eigen karakter en functie

 

organellen

een cel is gevuld met een geleiachtig vocht: celplasma (cytoplasma) 
In cytoplasma bevinden zich kleine structuren ieder met een eigen taak. 

Structuren heten organellen

In vocht ziiten ook eiwitten, suikers, vetten en zouten. 

De cel wordt gescheiden met de inhoud door een vliesje: celmembraan

Organellen

de celkern
ribosomen

endoplasmatisch reticulum

golgicomplex

mitochondrien

lysosomen

centrosoom

de celkern

ribosomen

endoplasmatisch reticulum

golgicomplex

mitochondrien

lysosomen

centrosoom

Zoek de functie van deze organellen op
Werk alleen 
TM gebruiken
20 minuten de tijd

eerder klaar? 

Lees de samenvatting door in TM of begin aan je huiswerk

transport

stoffen kunnen op verschillende manieren in en uit de cel gaan. 
Water, en gas kunnen makkelijk passeren. 
Meeste stoffen kunnen niet zomaar door de celmembraan heen

passief transport

passief transport betekent dat stoffen vanzelf in of uit de cel kunnen via de celmembraan

Gebasseerd op diffusie en osmose

diffusie is beweging van deeltjes van een plaats waar ze in een hoge concentratie voorkomen naar een plaats waar ze in lagere concentratie voorkomen

osmose beweging van water en gassen door een halfdoorlatend membraan in de richting van de hoogste concentratie opgeloste stoffen

actief transport

Heel vaak moet de cel grotere deeltjes en stoffen via de celmembraan naar binnen of naar buiten brengen. De cel doet dat door middel van actief transport. Dat gaat dus niet vanzelf; de cel moet er energie in steken. Twee typen actief transport de enzymatische pomp en het blaasjestransport.

enzymatische pomp

een enzym helpt om deeltjes door de celmembraan heen te sluizen

(draaideur) 

blaasjestransport

evaluatie

Wat heb je geleerd uit deze les?

huiswerk

zie studie handleiding