Hoofdstuk 1: Paragraaf 2.

Hoofdstuk 1: Burgers & Stoommachines
Paragraaf 2: Het leven in een industriestad
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Burgers & Stoommachines
Paragraaf 2: Het leven in een industriestad

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?

  • Lesdoelen
  • Introductie
  • Instructie
  • Verwerking
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Studiewijzer
d
Week ...
Lesdoel
Opdracht
A: Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.

B: Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij en de middenklasse beschrijven.

C: Je kunt een belangrijk economisch idee en een belangrijk politiek idee noemen van liberalen in de 19de eeuw. 
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 1. 

Maak: Opgave 2 t/m 12.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

A. Het leven van Arbeiders
Werkomstandigheden
  • De werkdagen waren lang
  • De lonen waren erg laag
  • Vaak moest het gehele gezin werken in de fabriek, dus ook de kinderen
''De kinderen zagen er dan ook ‘allerellendigst en als levende skeletten uit. Daarbij komt dat zij niet genoegzaam gevoed worden en slechts ƒ 0,25 per dag verdienen.'' (Uitspraak uit de Arbeidsenquite 1887)..
Bron 1: Kinderarbeid in de Verenigde Staten (1908). 

Slide 5 - Slide

A. Het leven van Arbeiders
Werkomstandigheden
  • Het werk was gevaarlijk
  • Het werk was ongezond
  • Arbeiders raakte vaak langdurig ziek of gehandicapt
''Ik verzuip mijn kinderen nog liever, dan dat ik ze hun handen kwijt laat werken '' 
(Uitspraak uit de Arbeidsenquite 1887)..

Slide 6 - Slide

A. Het leven van Arbeiders
Werkomstandigheden
  • Ondernemers konden arbeiders zomaar ontslaan
  • Arbeiders die klaagden werden ontslagen

Slide 7 - Slide

A. Het leven van Arbeiders
Leefomstandigheden
  • De huizen van arbeiders lagen erg dicht bij de fabrieken
  • De huizen waren van erg slechte kwaliteit: geen stromend water, riolering, dicht op elkaar.
  • Er braken vaak ziektes uit door slechte hygiëne
  • Geldgebrek en dus slecht eten

Bron 2: Arbeidswoningen uit 1856 in Amsterdam. 

Slide 8 - Slide

Verwerking
Welke werk- en leefomstandigheden herken je in het volgende fragment?

Individueel schrijf je het volgende in je schrift op: 
  • De werkomstandigheden van arbeiders
  • De woon/leef omstandigheden van arbeiders
  • Wat vind je van de positie van de arbeiders? Is deze goed of slecht?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 2 van hoofdstuk 1
Maak: Opgave 1b t/m11
Klaar?
Leren paragraaf 2 van hoofdstuk 1
Of...
Samenvatten paragraaf 2 van hoofdstuk 1



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Stiftenopdracht
Je krijgt met je klas 2 minuten de tijd om op het bord zo veel mogelijk op de schrijven over:
Wat heb je vandaag geleerd?

Je mag stiften doorgeven, maar niet gooien. 

Als je klaar bent ga je zitten.
Op het einde bespreken we de opdracht. 


timer
2:00

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 1: Burgers & Stoommachines
Paragraaf 1: De industriële Revolutie

Slide 13 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Terugblik
  • Lesdoelen
  • Instructie
  • Aantekening
  • Verwerking
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Bron 1: Foto van ondernemersgezin ergens eind 19de eeuw. 

Slide 14 - Slide

Terugblik
De vorige les hebben we het gehad over:
De werk- en leefomstandigheden van fabrieksarbeiders.

Schrijf op je post-it zo veel mogelijk op wat je hier nog van weet.

Klaar? Plak je post-it op het bord en wacht even tot we de opdracht gaan bespreken.


timer
1:00

Slide 15 - Slide

Herhaling vorige les:
Het leven van de burgerij



De samenleving was opgedeeld in verschillende groepen en deze verschilden drastisch van elkaar.

Gegoede burgerij
Deze woonden ver weg van de fabrieken, weg van het vuil en de stank. Zij hadden grote huizen met tuinen.

Zij werden minder snel ziek, want ze hadden onder andere een eigen wc, gezond voedsel en schoon drinkwater. 

Deze groep had veel bezittingen, zoals fabrieken. Zij hadden dus veel geld.
Middenklasse
 De middenklasse was een middengroep van bijvoorbeeld geschoold kantoorpersoneel, winkeliers en schoolmeesters. Zij hadden het beter dan de arbeiders, maar waren niet zo rijk als de ondernemers.
Arbeidersklasse
• De arbeidersklasse was de grootste klasse, onderaan de samenleving. De arbeiders hadden geen eigen bezit (land, huis of bedrijf). Ze konden alleen iets verdienen door te werken.

Slide 16 - Slide

Verwerking


1. Welke klasse zie je?
2. Waar zie je dat aan?
3. Hoe waren hun leefomstandigheden?

AFBEELDING 1.

Slide 17 - Slide

Verwerking


1. Welke klasse zie je?
2. Waar zie je dat aan?
3. Hoe waren hun leefomstandigheden?

AFBEELDING 2.

Slide 18 - Slide

Verwerking


1. Welke klasse zie je?
2. Waar zie je dat aan?
3. Hoe waren hun leefomstandigheden?

AFBEELDING 3.

Slide 19 - Slide

C. Het liberalisme
Alleen mensen uit de gegoede burgerij mochten stemmen op de politiek.

Hierdoor werd er weinig gedaan aan de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders.

Deze gegoede burgerij waren aanhangers van het liberalisme.


Slide 20 - Slide

Aantekening paragraaf 2: Het liberalisme

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 2 van hoofdstuk 1
Maak: Opgave 8 t/m 10
Klaar?
Leren paragraaf 1 van hoofdstuk 1
Of...
Samenvatten paragraaf 1 van hoofdstuk 1



timer
10:00

Slide 22 - Slide

Afsluiting
Stiftenopdracht
Elke rij in de klas is een groep. Elke groep krijgt één stift.

Telkens mag er maar één iemand pér groepje schrijven.

Je schrijft op je eigen borddeel zo veel mogelijk over de omstandigheden van de middenklasse- en gegoede burgerij op. 


timer
2:00

Slide 23 - Slide