Herhaling Combinatoriek + Paragraaf 4,6

Herhaling Combinatoriek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Herhaling Combinatoriek

Slide 1 - Slide

Planner
Les 1: Herhaling combinatoriek deel 1 + open vraag feedback docent
(10 min pauze)

Les 2: Herhaling combinatoriek deel 2
Daarna werken aan paragraaf 4.6

Donderdag
TRAP 4

Slide 2 - Slide

Leerdoelen





We gaan ons focussen op H4.
Wat tips en tricks krijgen jullie mee
wk 25
wk 25

Slide 3 - Slide

Grafische rekenmachine
Optie 2,3 en 4 zijn de enige die je moet kennen.

Slide 4 - Slide

Zelfstandige opdracht
Toen ik vroeger naar het UC fietste,kwam ik dit 
STOP-bord tegen.

Ik dacht toen mentaal: 
"Hoeveel verschillende woorden kan ik maken?"

Dus je hebt STOP, TOPS, SPOT, OTPS etc..

Schrijf eens alle mogelijkheden uit die er zijn.
GEBRUIK PEN EN PAPIER!

Slide 5 - Slide

Antwoord = 24
STOP
TOPS
OPST
POST
STPO
TOSP
OPTS
POTS
SPOT
TSPO
OTSP
PSTO
SPTO
TSOP
OTPS
PSOT
SOPT
TPSO
OSPT
PTOS
SOTP
TPOS
OSTP
PTSO

Slide 6 - Slide

Als boomdiagram

Slide 7 - Slide

De !-knop
! spreek je uit als faculteit.
dus bijvoorbeeld 5! is vijf faculteit.

Dit is een verkorte notatie voor:
5! = 5*4*3*2*1 = 120

Vul eens 4! in op je rekenmachine.

Slide 8 - Slide

Je hand
Op hoeveel manieren kun je één voor één je vingers opsteken?

Slide 9 - Slide

de nPr-knop
De 'P' staat voor het woord permutatie.

Een getal voorbeeld:
4P1 = 4
4P2 = 4*3
4P3 = 4*3*2
4P4 = 4*3*2*1
Bij een telprobleem waar de volgorde van belang is gebruik je nPr!

Slide 10 - Slide

Slot 1

Slide 11 - Slide

Slot 1
10P3 = 10*9*8 = 720

Slide 12 - Slide

Benoem 1 tip die je mij als docent zou willen meegeven voor volgend jaar.

Slide 13 - Open question

Benoem 1 top die ik als docent moet behouden voor volgend jaar.

Slide 14 - Open question

Huiswerk
Paragraaf 4.6:
Maak alvast 36, 37 en 38 (les 1)



timer
10:00

Slide 15 - Slide

Je hand (weer)
Op hoeveel manieren kun je 2 vingers kiezen?
(dus 15 en 51 zijn dezelfde vingers)

Slide 16 - Slide

De nCr- knop
De C staat voor combinatie.

Een combinatie betekent dat de volgorde niet uitmaakt.

Dus bij het vorige voorbeeld was 15 en 51 hetzelfde.

5C2 = 10

Slide 17 - Slide

Routes in een rooster
Teken een rooster van 2 bij 3 in je schrift zoals hieronder.


A
B

Slide 18 - Slide

Routes in een rooster
Teken een rooster van 2 bij 3 in je schrift zoals hieronder.




1 stap naar rechts is een vinger niet kiezen.
1 stap naar boven is een vinger wel kiezen.


A
B

Slide 19 - Slide

Routes in een rooster
Teken een rooster van 2 bij 3 in je schrift zoals hieronder.








Afspraak: Je mag in een route NOOIT teruglopen en neemt altijd de kortste route!


A
B

Slide 20 - Slide

Routes in een rooster
Teken een rooster van 2 bij 3 in je schrift zoals hieronder.





Vraag: Op hoeveel manieren kunnen we van punt A naar punt B?


A
B

Slide 21 - Slide

Routes in een rooster
Gebruik je altijd voor een combinatie probleem.

Soms is de vraag echter te groot om een route te tekenen.

Gebruik dan de nCr knop.

Er volgt een opdracht.

Slide 22 - Slide

Telefoontas
Op hoeveel manieren kunnen 20 leerlingen hun telefoon plaatsen in de telefoontas?


Slide 23 - Slide

Telefoontas
Op hoeveel manieren kunnen 20 leerlingen hun telefoon plaatsen in de telefoontas?

Antwoord: 30C20 = 30045015 manieren

Zijn wij blij dat we dat niet hoeven te tellen...

Slide 24 - Slide

Slot 4
Voor het kiezen van 2 knoppen had je 10C2 = 45 mogelijkheden

Slide 25 - Slide

In een rooster
Naar rechts knop niet indrukken.
Naar boven knop wel indrukken.

Slide 26 - Slide

De som van deze getallen
(10C0 = 1) + (10C1 = 10) + (10C2 = 45) + ...... + (10C10 = 1) = 1024

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 4.6:
36, 37 en 38 (les 1)

Probeer de rest van de paragraaf te maken.




Slide 28 - Slide